dienst 7,elvc, als die 7.eer geschikt cn werkzaam is lot het aankweeken van eenen maatschnppelijken geest (2), waardoor tle Christenen van 7.elf gedrongen werden, hunne zaken gemeenschappelijk te behandelen. En die geest kwam van den beginne af aan voor den dag. Zoo hebben in de eersle Jerur.alemsche gemeente de Bloeders zich naanw vereenigd. Daarna, gelijk boven aangetoond is, bestond er een gedurig verkeer tusschen de Jeruzalemsche en Antioehische gemeente. Verder was er ook gemeenschap tusschen de overige gemeenten, hetwelk reeds daaruit blijkt, dal zij elkander met geld ondersteunden. In vervolg van tijd was er gemeenschap tusschen de gemeenten van Smvrna cn van Rome, door loedoen van polycarpus en akicetus, die, van de Christelijke liefde doortrokken , eene zamenspraak over het vieren van hel Paaschfeest gehouden hebben. Men denke hier ook aan den Bri<?f der gemeenten van Vienne cn Lyon, aan die van Phrygië cn Azië ; als ook aan de reeds oudere Brieven van ignatius aan verscheidene gemeenten, in welke hij het fundament der Christenen stelt in de Bisschoppen, die met God en Christus zamcnslennnen. Uit dit alles nu laat zich opmaken, dat de geest ■van vereeniging reeds van de eersle lijden af aan in de Christelijke Kerk heeft geheerschl, daar allen, elkander onderling als broeders liefhebbende, van zelf de gemeenschap hebben aangekweekt. Hetzelfde volgt ook uit het doel van Christus, die eene algemeene maatschappij onder de menschen wilde opriglen. En daar nu de verschillende gemeenten reeds een zeker verband onder elkander hadden, wat lag meer

(2) Spiritus communis, Gcmci/igcist.