voor de hand, dan dat zij vereenigd raadpleegden over meer gevviglige zaken, vooral wanneer zij nabij elkander gelegen waren? Wat was natuurlijker dan dat afgezanten der gemeenten van een gewest te zamen kwamen, om door zamenspreking te gemakkelijker tot overeenstemming le komen? — Verschillend waren de aanleidingen tot het houden van Kerkvergaderingen, waardoor de vereenigingsgeest der Christenen zich kondc openbaren , maar de oorzaak was in den bovengenoemden aard der Christelijke Godsdienst zelve.

Uit het gezegde laat zich het vraagstuk gemakkelijk oplossen, of de Kerkvergaderingen haren oorsprong aan de Grieken verschuldigd zijn. Bedoeld men daarmede, of bij de Grieken het eerst het denkbeeld , om Coucilieën te houden, is opgekomen, dan is dit 700 niet; want de geschiedenis leert, dat er reeds vroeger buiten Griekenland Kerkvergaderingen gehouden zijn. Doch door deze vraag wordt eigenlijk iets anders bedoeld. Terstond namelijk nadat het denkbeeld ontstaan was, of liever, zich geopenbaard had, greep de zin der Grieken het aan en bragt het onder zekere bepaalde vormen. De Grieken toch plagten alles gemeenschappelijk le doen, zoo als uit hunne feesten, uit den Raad der Amphiclyonen en uit het Achaïsch verbond blijkt. Als zij derhalve bemerkten , dat er in de Christelijke Kerk veel gemeenschappelijks was, waarover gemeenschappelijk moest beraadslaagd worden, maakten zij uit die eerst ongelijksoortige Kerkvergaderingen bepaalde ;.amenkomslen, aan eenen bepaalden lijd en plaats verbonden , tot een bepaald doel bestemd en aan eenen bepaalden vorm verbonden.

§ 8 cn 9. Het ligt in den aard der zaak, dat