nanscli is; waarbij nog ceno andere sourl van waarheid niet - aclilcnde Godgeleerden wordt gevoegd, de soort Tan ben, die steeds op de gevolgen zien, en in plaats van te onderzoeken of iels waarheid zij, dadelijk de alarmtrompet steken, »dat cene zekere (bun nog naauwclijks bekende) stelling zoo gevaarlijk is," alsof waarheid gevaarlijk kon zijn! Maar boe moeijelijker bet ook nu is, de waarheid alleen en altijd te volgen, des te nadrukkelijker moet bet worden ingescherpt.

Doch (en ziedaar eeue levensvraag voor de Kerk in onze dagen!) zul de Godgeleerde de waarheid zoeken , baar altyd, baar alleen, dan moet bij daartoe de -vrijheid bobben, daarin tl oor geerde banden worden beJcmincïd; Hetgeen de lieer v, O; nu laat volgen, zullen wij : verlaakt mcdedcelen: » Men vraagt, of en tb» r/hoeverre,du Godgeleecdo hebbe te volgen-, 'l geen wordt igözngdi de leer. der Christelijke Kerk of ecner „Gezindte . te 'zijn; of. en iohoeverrc onze Godgeleerden liu bel- bijzonder getrouwelijk moeten hangen 4a n de formulieren door onze Vaderen gemaakt, waarin die bun gevoelen voortreflelijk hebben uitge.drukt. Waarlijk, wat ons betreft, wij achlcn de ^lem van chkistus Kerk niet gering; bi baar tóch i:de ccesl van ciiristus levend en werkzaam, ofschoon

O '

dikwijls riet' weinig met den geest der wereld vermengd. Wij zien niet uit der boogte neder op die schriften , <wélke in de lijden van de vernieuwing der Kerk zijn ontslaan, en in niet w einig opziglen den waren aard des Evangelies uitdrukken. Dat evenwel niet naar deze schriften de ware reglzinnigbeid dor Godgeleerden worde beoordeeld! Want deze kan , onzes eraebtens, dan slechts beslaan , als de waarheid alleen wordt gezocht. Dit willen God en cixiustl's,