nieuwe, geestelijke menschheid geboren nas, hoewel deze toen nog zeer onvolkomen leefde: — paulus ■voorzag ook in de toekomst, dat de menschheid desgelijks, ook bij het ijdele en kwade, dat. in haar zich zou blijven ontwikkelen, toch gestadig zou voortgaan, en wel niet eensklaps, maar dan toch langzamerhand zou volkomener worden, lot zij eenmaal geheel hare hoogste volmaaktheid zou bereiken.

Ten tweede, was vroeger de menschheid even gelijk de enkele mensch ontwikkeld en uit de kindsche onvolkomenheid tot mannelijke rijpheid gekomen; — en was desgelijks te zijnen tijde de nieuwe geestelijke menschheid in dit haar hooger en goddelijk leven wederom, als de enkele mensch, begonnen, zoodat de Gemeente van chbistus toen nog eerst hare kindschheid -beleefde: — paulus voorzag dan ook in het toekomende, dat even zoo de Gemeente verder zou voortgaan en, gelijk de enkele menseh, uit deze hare kindschheid al verder en verder zou opwassen tot mannelijke kracht, zelfstandigheid en

volmaaktheid.

Ten derde, blijkbaar was vroeger de voortgang der menschheid geen mechanische loop der dingen, maar eene vrije geestelijke ontwikkeling onder de wijze leiding en besturing van den hoogsten Opvoeder: zoodat ook het kwade zijne vrije ontwikkeling had, en dit zelfs de openbaring in de schepping en de wet en al het goede, dat God schonk, voor eenen tijd belemmerde, en wel eens scheen geheel te verijdelen; terwijl het toch, onder Gods bestuur, ten slotte medewerkte om de menschheid voor ciiristus voor te bereiden. En desgelijks was te zijnen tijde aan den geest des boozen de vrijheid gelaten om tegen chkistus op te staan, ja om in zijne Gemeeenle