bekommerd mogle worden. Ik zocht leeraars en boeken op, welke het onderscheid tusschen gemeene en ware overtuiging openleiden, opdat ik mij in eene zaak van zoo groot aanbelang niet mogte bedriegen."

»Ik wendde, volgens mijn oordeel, alle middelen aan, om den weg om behouden te worden te kennen; dan, volgens myn oordeel, vruchteloos. Daartoe besloot ik ook met mijnen broeder een gezelschap aan te leggen, om wekelijks een hoofdstuk uit de godgeleerdheid te behandelen; ik bewilligde daartoe, behalve hem, met mijne vrouw en nog eene dochter, die voor eenigen tijd in de kalechisatie in de kerk had geantwoord. Wij volgden het systema van marck, en hielden daarin de wintermaanden vol. Den volgenden winter wilde ik het weer hervatten; ik wilde de waarheid welen, in welker beoefening toch, naar myne flaauwe begrippen, het ware Christendom gelegen was; want eene mengeling van begrippen bezielde my: — dan, het gezelschap had geen' opgang-"

«Welken dunk had ik destijds? (zoo vervolgt hij bl. 31) was ik door Gods geest wel waarlijk aan mij zeiven ontdekt? was ik wel genoeg verootmoedigd wegens mijne zonden? enz. — Dat onderzocht ik gedurig. Was ik hier zeker van , dan zoude ik gelooven! En wat zoude ik gelooven? — dat ik aanvankelijk veranderd en bekeerd was; en, wist ik dit, dan zoude God het werk zijner handen niet laten varen. Denk eens door: Ik zocht een grond in mij zeiven, in mijne overtuiging, berouw, ootmoed, enz. en zocht dit buiten het woord. Ik dacht riet in: Jezus zaligt zondaren. Ik stelde kennelijk, tot het voorwerp des geloofs, de waarheid, dat ik een geloovigo was, daar toch jezus kennelijk in het