Evangelie als de éénige naam wordt vooigesleld, en nergens in het Evangelie wordt aangekondigd: Geloof, dat gij bekeerd en veranderd, een wedergeboren mensch zijt. De aankondiging is immers eenvoudig deze: Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden. Hij is van Gode geworden tot icijsheid, regtvaardigheid, heiligmaking en verlossing.' Och! hadde ik mijne eigene opgevatte meening van den weg om zalig te worden laten varen en mij aan het Evangelie gehouden !"

Piaïf is het verhaal, hoe hij tot beter inzigt kwam. Op een' zondag in Augustus 1794 had hij zich als seinmeester op een der duinen, vol overpeinzingen over zijnen geestelijken toestand, nedergezet. »Intusschen sla ik (bl. 36-38) mijne oogen landwaarts in. Daar zie ik eene boerendochter de koeijen melken, en een jongman bij haar slaande, van wien ik wist, dat hij haar aanzocht tot zijne vrouw. Ik, die altoos van mij zeiven was begonnen, en gezocht had jezus te bewegen om mij genadig te zijn, mij aan te nemen tol zijn eigendom, werd er by bepaald , of ik ooit in den Bybel de geloovigen had beschreven gevonden in het mannelijk geslacht? — Neen, maar altoos als de bruid, het wijf des Lams, hetwelk jezus opzocht, aannam, ondertrouwde; — het was de jongman die de dochter aanzocht, en niet omgekeerd. Op deze wijze maakte ik, in eenvoudigheid des harten, de vergelijking: even gelijk deze jongman de jonge dochter opzocht en blijft aanhouden, zoo had niet ik jezus, maar Hij zelf my gezocht en gevraagd. Nu doorliep ik met mijne gedachten, uit dit gezigtpunt, mijne geboorte, opvoeding en de wegen der Goddelijke Voorzienigheid. Ik beschouwde dat, en de zegeningen, en de zoo