en üonstaktïjs volgen, die voor hunnen tijd geene oude vormen hebben hersteld; maar nieuwe inrigtingen durven zoeken. Laat ons jezus ciiristus volgen, die voor de oude Joodsche Kerk eene nieuwe heeft gegeven. Laat ons God zeiven volgen, die zijne ééne opvoeding des menschdoms op verschillende wijzen en wegen heeft volvoerd. Laat derhalve, 't geen onze tijd eischt, door ons gezocht en uitgelegd en aanbevolen worden, onder opzien tot God en vol van Christus geest!"

Zoo komt de Redenaar tot het andere deel zijner rede, waarin hij aantoont, dat onze tijd eischt, ten einde de Kerk, tot eene gewenschle rust kome, dat de Gemeente meer tot jezus christus worde geleid, om Hem beter te kennen en vuriger lief te hebben, dan dusverre plaats vond. Dit wilde de Kerk eigenlijk te allen tijde; dit constaktyn, dit gregoor, dit luther; ja dit de geheele Kerk, die hare levendigste twisten over christus persoon heeft gevoerd, hare feestelijke hoogtijden aan christus geboorte, dood, opstanding en hemelsehe werkzaamheid ter vestiging zijner Gemeente heeft gewijd, haren grootsten bijval, boven alle andere menschelijke boeken, heeft geschonken aan dat van thomas van kempen, Over de navolging van Jezus Christus. Maar t geen de Kerk altijd wilde, daarvan was zij zich niet duidelijk genoeg bewust en dit sprak zij niet helder genoeg uit. Wij moeten het cu doen, om de gemoederen tot rust te brengen en eene betere toekomst voor de Kerk te bereiden. Het zoogenaamd orthodox geloof der Grieken, het blind geloof der Roomschen aan de Moederkerk, het steunen der Protestanten op formulieren neemt een einde; men wil vastheid, een zeker beginsel, eene ruime en toegankelijke bron voor