het gewone nijverheidsonderwijs: Er is in A'dam gebrek aan inrichtingen van vakonderwijs volgens den Wethouder van Onderwijs Ed. Polak. De regeering geeft op alle aanvragen om medewerking nul op request, kwam zelfs met 'n stopwetje van 28 Juli 1924. Het college van B. en W. te A'dam zon daarom zelf op middelen. In een interview met de Telegraaf (1 Dec. 1925) deelt genoemde wethouder daaromtrent bijzonderheden mee. De Telegraaf schrijft o.m. het volgende: Hier en daar in ons land — de machinefabriek van Gebr. Stork te Hengelo geeft een treffend voorbeeld, men past daar het denkbeeld toe van vakonderwijs in het bedrijf. Als de jongens de lagere school achter den rug hebben, worden ze als leerling in een fabriek of werkplaats opgenomen en daar werken ze deels praktisch tegen betaling, terwijl daarnaast aandacht wordt besteed aan onderwijs in theorie en praktijk, gegeven in een eenvoudige onderwijsinrichting, die zich op het fabrieksterrein bevindt. De kosten van zulk een opleiding worden gedragen door het bedrijf en door de gemeente.

Ziedaar de richting, die thans ook door het A'damsche gemeentebestuur wordt voorgestaan. Een commissie van deskundigen heeft in die richting voorbereidende maatregelen getroffen en op 23 Nov. j.1. vond een bijeenkomst plaats met de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers uit twee bedrijven, de metaalnijverheid en meubelindustrie — het overleg tusschen werkgevers en werknemers ten einde tot vakonderwijs te geraken, was hier n.1. reeds ver gevorderd. Eenstemmig heeft men zich uitgesproken ten gunste van het streven

van B. en W. en de tijd is wellicht

niet ver, waarin ook A'dam zal kunnen wijzen op een eenvoudige school, staande op een fabrieksterrein, waar onderricht gegeven wordt in teekenen, in materialenken-

nis, in handgrepen en herhaling van schrijven, lezen en rekenen. En zoo verklaarde

de wethouder maar tevens zal daar

getracht worden, niet slechts goede vaklieden, doch ook goede burgers te kweeken. Daartoe moet den jongens — izei de heer Polak — wat kennis der maatschappij, wat inzicht in staathuishoudkunde worden bijgebracht. Zoo'n interview is nuttig! Wat ook nuttig is, is dat de partijgenoot, de heer E. J. van Det, Hoofd van het Gem. Bureau voor Beroepskeuze te A'dam in het jongste nummer 1925 no 12 van het Tijdschrift van den N.W.R. onder „Vakopleiding voor jeugdige arbeiders in het bedrijf" nu kan schrijven: „Nu echter geeft 't Amsterdamsche gemeentebestuur, zooals in vele andere zaken, ook in dezen het voorbeeld. Het is den tegenwoordigen wethouder voor het Onderwijs, den heer Ed. Polak, voorbehouden geweest het eerst van gemeentewege naar praetische verwezenlijking van het denkbeeld opleiding in en door het bedrijf te gaan streven. Bij sympathiebetuigingen of platonische verklaringen heeft hij het niet gelaten, maar de zaak met voortvarendheid aangepakt."

nWij gelooven niet te veel te zeggen, wanneer wij hier de verwachting uitspreken, dat het den energieken Wethouder voor het Onderwijs gelukken zal, spoedig tot voorstellen aan den Raad van Amsterdam te komen."

Neen, neen, niet te veel gezegd, hoor! De beide rapporten „Leerlingwezen in het Loodgietersbedrijf" en idem in het meubel makersbedrijf, door Uw Bureau uitgegeven en onder Uw leiding samengesteld, krijgen kans van leven. De socialisten verstaan bij uitstek de kunst elkaar pluimpjes uit te reiken. Laten wij toch niet zoo onverdraagzaam zijn het „Eere wien eere toekomt" te vergeten. Als wij daarbij maar niet over het hoofd zien, te doorgronden, wat hier staat te gebeuren. Onze schoolvrije jeugd