Blikken in het leven der Vorstin akalia van gallitzin, geborene Gravin van schmettau.

Het vindt geene tegenspraak, dat men niet rijk of aanzienlijk behoeft te zijn , om op te wassen in Christelijke •volkomenheid. Maar het is even zeker, dat het Christendom zoowel voor rijken en aanzienlijken, als voor behoeftigen en geringeren is bestemd, en 7.00 dwaas hel zijn zou voor den aanzienlijke, te willen miskennen, dat hg met den geringe gelijk staat voor God, zoo onbillijk en onwaar zou het van de zijde van geringere standen gedacht zyn, dat in de huizen en harten van de grooten der aarde de Christelijke waarheid en het Christelijke leven niet wil gedyen. De onschuld en reinheid ' van zeden, de helderheid van denkwijze ten aanzien van het godsdienstige in hutten aan te treffen, moge zich poëtisch en romantisch fraai laten beschrijven, onze .ondervinding heeft ons ook bij zeer verblijdende opmerkingen te vaak vruchteloos naar de verwezenlijking van zulke idealen laten zoeken. En zoo hebben wij ook bij bedroevende opmerkingen in hoogerc standen, in deze evenwel Christenen aangetroffen, dien eerenaam volkomen waardig, en zich onderscheidende door uitnemende Christelijke beschaving van hart en geest, bestraald en ontgloeid door het warme licht, hetwelk uitgaat van den Heer der Gemeente.