nog kan doen doordringen, nog veel, dat nog moet worden afgelegd. In menig land en volk is nog zoo veel, dat aan het Christendom den vrijen loop weigert. En, in grooteren kring rondom ons den blik slaande, ontwaren wij in de wereld zoo menigen dam, opgeworpen tegen den voortgang van het Koningrijk Gods, die moet en Ier zijner tijd ook gewis zal worden doorgebroken, zal het water des levens allerwege in reine slroomen kunnen verder vloeijen. Doch het oordeel is wel begonnen en begon plegtig bij Jeruzalems ondergang, maar het is nog niet voleindigd. De scheiding en loutering gaat voort lot den laatsten dag des oordeels toe, op welken het geloof en de hope den blik werpen. Welk een verschiet! Hoeveel zal nog gescheiden, hoeveel nog samengevoegd moeten worden! Hoe menige stad nog vallen, en vorm nog- breken, en geest nog wijken! Aan het voorledene sluit zich de toekomst!

eene opmerking tot bladvulling.

Ue afval van de Protestanten in Engeland tot de Roomsch-Katholijke Kerk is verbazend. Volgens een opstel, in het Engelsche Tijdschrift Frazer's Magazine, overgenomen in de Revue Britanni^ne voor September 1840, worden de overgangen van Protestanten in Groot-Brittanniƫ tot de Roomsche Kerk, in de laatste tijden jaarlijks op twee duizend berekend. Alleen de Bisschop walsh heeft er in 1838 zeshonderd twee en negentig aangenomen. In 1792 waren er in Engeland niet meer dan 05 Roomsche kapellen; in 1839 telde men er 435. In 1762 beval het Huis der Lords, dat er eene algemeene telling