is met God in geest en waarheid. — Ook in vereeniging met de menschen zien wij in jezus Christus een volmaakt leven. Immers niets rein - menschel ij ks is Hem vreemd; geene stroeve levensernst, gelijk die des kluizenaars, treft men hij Hem aan; Hij verheft zich niet met Phariseeuwschen hoogmoed boven anderen; niet den minste der broederen wil Hij ergeren; Hij voegt zich, maar nooit of bij niemand ten koste der waarheid, naar den aanleg en vatbaarheid zijner tijdgenooten; Hij verdraagt zondaren, maar niet de zonde, dwalenden, maar niet de dwaling. Door medelijdende liefde gedrongen, is zijn mond de troostbron voor bedroefden, zijn hand geopend om wel te doen. Hij is tevens vol van vertrouwen op de menschheid, waardoor Hij niet twijfelt tol aan den laatsten ademtogt toe, of zijn Rijk zal eenmaal de menschheid omvallen. In dit verkeer met God en menschen zien wij in jeztts tevens de hoogste vrijheid. Deze zijne vrijheid is even verre verwijderd van geheele onafhankelijkheid als slaafsche gehoorzaamheid. Hij gevoelt zich van God afhankelijk, maar van een wezen, 't welk Hij liefheeft, welks wil te volbrengen Hem genot is, met t welk Hij één is in wil en gezindheid. Met deze afhankelijkheid is vrijheid niet alleen bestaanbaar, maar zij vloeit er uit voort en lost zich wederkeerig in dezelve op. Vrij is jezus in zijn' omgang met de menschen; Hij voegt zich wel naar hun' toestand, maar niet uit vrees, veel minder onwetende, maar uit liefde om hen te verlossen. En hoe' weinig vrees of andere aandoeningen en bartstogten op Ilem vermogen, getuige het kruis. Als on\erwonnen held staat llij daar te midden zijner vijanden, die vallen aan zijne voeten. Deze vrijheid van ijjzus leidt dan ook lot ccno