kenschetst, door h. f. t. fockehs, Predikant te Twijzel en Koten. Leiden 1841. Prijs f 2-00, gelijk dit dan ook geschreven is door eenen man, die in geenerlei bijzondere betrekking tot den Ontslapene gestaan heeft, maar een bewonderaar is van 7ijne Geschriften. Van der palm wordt ons hier voorgesteld in de gemakkelijkheid en eenvoudigheid, de fraaiheid en gepastheid, de ongemeenheid en keurigheid , en de rijke geleerdheid zijner Schriftuitlegging, bij welke echte liberaliteit, maar vooral naauwgezette gemoedelykheid overal doorstraalt; terwijl de vorm doorgaans voortreffelijk is. Bij zijne veelzijdige werkzaamheid als redenaar worden wij voorts bepaald cn eindelgk bij den rijkdom en de groole voortreffeiykheid zijner geschriften, waarin hij als godsdienstig, zedekundig, wijsgeerig, aesthetisch en geschiedkundig schrijver is opgetreden. Dit alles wordt in levendigen, niet zelden woordrijken, stijl voorgedragen, met aanvoering van menig, veelal schoon gekozen, voorbeeld uit 's mans geschriften, maar ook hier en daar met invoeging van zoodanige uitweidingen en rederingen, waarbij de Heer fockens wat veel zelf op den voorgrond treedt, en wij voor een poos ons gedwongen gevoelen van der palm te vergeten. — Buitendien is er ook door verscheidene andere van 's mans vereerders over hem in bet openbaar gesproken, en is zijne verdienste ook buiten 's lands vermeld geworden (8). Maar vooral hebben wij een even belangrijk als aangenaam geschreven werk over hem ontvangen van zijnen behuwd-kleinzoon nikolaas beets , Leven en Karakter van joüanhes

(8) Zie y. beets in het nu fe noemen werk, bladz. 166 volgg., 182 volgg.