Prof. L. G. PAREAU, Herinnering van de APOSTOLISCHE LEER omlrent de ware CHRISTELIJKE EENIGHEID, uitgelokt door het ADRES aan de ALGEMEENE SYNODE der Nederlandsehe Hervormde Kerk over de Formulieren, de Akademische opleiding der Predikanten, het Onderwijs en het Kerkbestuur. Eene LEERREDE over Epbezen IV: 3-7. Uitgesproken te Groningen den 29 Mei 1842;

in gr. 8vo f »-30.

MAX1MILIAAN LANGENSCHWARZ, De vergoding van GUTENBERG in onze dagen;

of tien vragen, tot bewys, dat JOHANN GUTENBERG niet de uitvinder der BOEKDRUKKUNST was. Met eene Voorrede en Aanteekeningen van G. van ENST KONING; in gr. 8vo - »-75.

Tn. G. ENTRUP BAVINK, Natuurlijke Geschiedenis, benevens middelen ter verdelging der schadelijke RUPSEN aan Ooftboomen. Ten dienste van Hoveniers, Boomkweekers, bezitters van Boomgaarden en van Ooftboomen. Naar het Hoogduitsch bewerkt en met Aanteekeningen vermeerderd; in gr. 8vo - »-50.

J. S. MAGNIN, GESCHIEDKUNDIG OVERZIGT van de BESTUREN, die, vóór de herstelling van Nederland in 1814, elkander in DRENTHE zijn opgevolgd. Tweede Stuk, Tweede gedeelte. Loopende van het jaar 1395 tot het jaar 1522; in gr. - 2-75.