heilrijke en verpliglemle dezer plegtigheden als jezüs wijsheid en liefde in de instelling derzelve ontwikkelt. Men ziet ligt, dat hier belangrijke onderwerpen worden behandelt, en het is er Ter van af, dat zij in eenen alledaagscben trant worden behandeld; de wijsgeerig-Christelijke geest, die naar den aard der onderwerpen in het -vorige deel meer heersehende was, is hier ook niet te miskennen, en doet ons als vruchten van eigen nadenken niet alleen, maar ook van eigen, helder bewust gevoel van behoefte niet zelden iets oorspronkelijks, ook in de voorstelling van het meer gewone, vinden. Wij mogen niet ontkennen, dat er in de beschouwing der zaak in het algemeen nog wel wat meer bepaaldheid van begrip en daardoor meer juiste overeenstemming (consequentie) in verschillende voorstellingen kon gewenscht worden, dat er te dien opzigte hier en daar iets wankelends, opdat wij het uitdrukken zoo als het ons voorkomt, tusschen hetgeen uit des opstellers geest voortvloeit en hetgeen er van elders in gebragt is, bespeurd wordt; iets dat wij meest in de ontwikkeling der gronden voor hel geloof in Christus, maar ook hier en daar elders opmerkten. Maar in de voorstelling en ontwikkeling der bijzonderheden op zich zelve is daarentegen niet weinig, dat onze belangstelling wekt en eenen echt - Christel ij— ken geest openbaart. Wij brengen hiertoe veel in de voorstelling der wonderen door Christus gedaan, de voorstelling des Christendoms, als niet bestaande in denkbeelden en begrippen, maar in gezindheden des heiligen geestes, vooral in liefde, van deszelfs werking, als voornamelijk in vernieuwing en hervorming van geest en hart bestaande. Allerbijzonderst deed ons aangenaam aan de voorstelling van het doel der