VRAGEN.

ANTWOORDEN.

Beroep:

11. Is dit beroep verindustrialiseerd ? II. Bestaat er neiging toe ?

12. Is de arbeid van dit beroep gespeciali- 12. seerd ?

13. Zijn er onder die specialisaties ook 13. werkzaamheden, die door minder begaafden, hetzij physiek hetzij psychisch kunnen worden uitgeoefend ?

14. Indien leerlingregeling het geval is, 14. hoe is deze dan samengesteld ? (exemplaar bijvoegen s.v.p.)

Ruimte voor vrije toevoegingen:

PRIESTERROEPING.

Inleiding. II. RONDOM LAHITTON.

De priesterlijke roeping is enkel aanwezig, - wanneer de Bisschop roept of zijn officiëele vertegenwoordigers : zij bestaat waarlijk in

✓IJi-vT-» r/-\nr» Clr\A r/-\OT~v+ A r\r*r A qqpVi r»n

Hij roept zelfs alleen door den Bisschop, in de zooeven omschreven beteekenis van het ; woord (in de beteekenis n.1. van officiëele

: en authentieke roeping) De roeping kort-

. weg en zonder meer, de roeping voluit, formeel en aktief, dat is de officiëele akte van den Bisschop of van zijn authentieke vertegenwoordigers om uit te noodigen tot de » wijding te naderen. Ziedaar de goddelijke roeping tot het priesterschap, de priesterlijke roeping „simpliciter". „Harten door God geroepen, die door de wettige bedienaren der Kerk geroepen worden." Aldus P. Pèguesin Revue Thomiste Juni 1911 blz. 405. De geleerde Dominikaan schreef dat in een

tijd, toen over het begrip der roeping de hevigste pennestrijd was ontbrand. Kan. Jos. Lahitton had in 1909 een boek uitgegeven, wat onmiddellijk groote opschudding verwekte. Het droeg in het Fransch dezen titel: De priesterroeping, theoretische en practische verhandeling. Zijn ontstaan had het te danken aan een zeer particulier feit, dat n.1. de Bisschop van Aire een seminarist had weggezonden, die zich aan verboden lectuur had schuldig gemaakt, en misschien te veel was meegegaan met de z.g. Sillonistische beweging. Kan. Lahitton, professor in de Dogmatiek en de Kerkelijke Geschiedenis aan het groot-seminarie te Poyanne, waar zich het geval had voorgedaan, trad als verdediger op van zijn Bisschop, eerst wellicht in gesloten kring, later in het openbaar. Het vermoeden is niet ongegrond, dat ook de