VRAGEN. ANTWOORDEN.

Beroep: Timmerman

dan wordt er geredeneerd alsof die jongen volslagen vakman is.

Daaraan is het voor een groot gedeelte toe te schrijven, dat door werkgevers smalend op de ambachtscholen wordt afgegeven en men vergeet, dat de vakscholen hun oorsprong vinden in het feit, dat de werkgevers bij de opleiding van leerjongens tekort zijn geschoten.

9. Is in dit beroep de methode van halve 9. Toe te passen wel, doch practisch zal dagen toe te passen ? dit wel op bezwaren stuiten.

Stel bijv. Een leerjongen krijgt een halven dag opleiding in de werkplaats. Hij wordt daartoe onder toezicht gesteld van een grooteren knecht.

Beiden staan aan een werkbank. De praktijk brengt nu mede, dat de groote timmerman meermalen op de hulp van zijn leerjongen is aangewezen.

Komt nu die jongen slechts voor halve dagen, dan moet het werk daarop worden ingedeeld en kan het niet uitblijven of tegen een dergelijke regeling zullen binnen korten of langen tijd, bezwaren naar voren worden gebracht.

10. Acht gij voor dit beroep een groote 10. Het timmervak zal altijd wel blijven toekomst mogelijk, of een ondergang bestaan, doch wat de toekomst betreft, waarschijnlijk ? geloof ik dat deze gericht zal zijn op de

grootst mogelijke werkverdeeling, ten einde inplaats van vaklieden, routinearbeiders te kweeken.

11. Is dit beroep verindustrialiseerd ? Be- 11. Ja.

staat er neiging toe ?

12. Is de arbeid van dit beroep gespeciali- 12. In sommige deelen van het land wel seerd ? (groote plaatsen). In kleinere Gemeenten is dit nog niet zoo erg doorgedrongen.