VRAGEN.

ANTWOORDEN.

Beroep: Timmerman.

13. Zijn er onder die specialisaties ook 13. Physiek, vloeren rachelen, schuttingwerkzaamheden, die door minder be- zetten, balklagen leggen.

gaafden, hetzij physiek hetzij psychisch Psychisch : Neen.

kunnen worden uitgeoefend ?

14. Indien leerlingenregeling het geval is, 14. Bestaat niet.

hoe is deze dan samengesteld ?

OVER DE HOOGE EISCHEN VAN HET PRIESTERSCHAP.

Hoofdstuk I.

De priester in den staat van volmaaktheid.

Het is een inleidende algemeene beschouwing. De zware verplichtingen, die volgen uit de heilige wijdingen en de heilige bedieningen, worden later in bizonderheden nagegaan. Hier wordt aangetoond, dat de priester niet alleen heeft een heilig ambt en hoog beroep, maar werkelijk zich in een afzonderlijken staat bevindt en dat die staat terecht staat van volmaaktheid heet. In twee artikelen wordt eerst de meening van Sint Thomas uiteengezet. In het ie wordt aangetoond wat het begrip „staat" behelst volgens den grooten kerkleeraar en hoe kloosterlingen en bisschoppen voldoen aan de gestelde eischen. In het 2e wordt uiteengezet hoe, naar zijn opvatting, gewone priesters en zielzorgers den staat in strikten zin niet bereiken.

Het derde artikel zet uiteen, hoe het begrip „staat" zich gewijzigd heeft, en dat nu de priester volgens het kerkelijk Rechtboek, zich in een staat bevindt, die verdient staat van volmaaktheid te heeten. In een vierde artikel wordt eenige verklaring gegeven van het niet te loochenen feit, dat de geestelijke staat minder waardeering vindt dan de klooster-

staat ; waarna de valsche meening wordt weersproken, die het verband tusschen priesterschap en volmaaktheid ontkennen durft.

Artikel I.

Dat er in de Katholieke Kerk ongelijkheid is en verscheidenheid, dat er rangen zijn en staten of standen, is een te zeer in het oog loopend feit, dat iemand het zou durven loochenen. Het is, zoo leert St. Thomas, een gevolg van haar volmaaktheid : want, gelijk in de orde der natuur de volmaaktheid, die in God een is en enkelvoudig, in de schepselen niet dan met veelvuldigheid en verscheidenheid van vormen te vinden is, — zoo gaat ook de volheid der genade, in Christus als Hoofd bij een, met differentiëering op de ledematen over, tot vorming van het volmaakte mystieke lichaam. Het is een eisch der bedieningen : de verscheidenheid toch der bedieningen eischt verscheidenheid van bedienaren, om met grootere vaardigheid en ordelijkheid volbracht te worden. Ten slotte is een element van schoonheid, want wie schoonheid zegt, zegt orde in de verscheiden-