kamp. Te midden van het uitgelaten schoolvolkje staat Mr. Stedman, Engelsch officier en bekeerling. Hij heeft de kegelbaan aangelegd, een hoeveelheid spelen gekocht, een goede jeugdbibliotheek ingericht en een echte werkplaats voor allerlei knutselwerk geopend. Onder de beproefde leiding van een Engelschen vakman kunnen de jongens er het schrijnwerken leeren. Onlangs nog hebben zij o. a. een mooi bootje getimmerd. Op vrije dagen trekt de officier er met « zijn » jongens op uit, naar den stroom en wordt er geroeid, gebaad en gespeeld naar hartelust. Hij heeft natuurlijk een sterken invloed op onze jongens, als hooger officier en als voorbeeldig katholiek. Zijn grootste vreugde bestaat hierin : dagelijks met zooveel mogelijk jongens naar de H. Mis te gaan en tot de H. Tafel te naderen, en gedurende de verlofdagen 's avonds hen naar zijn woning te trekken om er samen het rozenhoedje te bidden. Ook een missionaris !

Offergeest der katholieken.

Reeds lang was de Franciscus Xaverius-parochiekerk veel te klein. Op zekeren avond verklaart Pater Max Maier aan zijn parochianen : « Op een jaar tijd moet de kerk vergroot zijn. Er ontbreken mij nog 20.000 roepieën (meer dan 200.000 fr.) ». Na een jaar was de kerk vergroot en afbetaald. De 1200 parochianen en de katholieken van den omtrek hadden de 200.000 fr. samengebracht, ofschoon wij weinige rijke katholieken hebben.

Met een even grooten ijver ondersteunen zij nu de missieposten. Ja, geloof hebben die menschen wel !

Aan de armen wordt het Evangelie gepredikt.

Pater Maier heeft de zielzorg van de Engelsch- en de Marathisprekende gemeente. Dit zijn geenszins de eenige talen die in Poena worden gesproken. Terwijl de Maratha s min of meer bruin van kleur zijn (Arisch gemengd volk) komt er uit het Zuiden een ras van glanzend zwarte huidskleur, maar met schoone gelaatstrekken, slank en lenig. Dat zijn de Tamils (Dravidiërs), meestal zeer arme lieden, vooral knechten bij Europeanen of bij welstellende

IHS