Indiërs. Zij weten het : Pater Haas leeft en werkt slechts voor hen en voor hun kinderen. Hij denkt aan alles : werkloozen verschaft hij werk, aan de armen bezorgt hij kleeren en brood. Hij bedelt oude schoolboeken, bindt ze zelf in en schenkt ze aan de armste kinderen. Het is een waar genoegen zijn schoolkinderen de schoone Tamil liederen te hooren zingen, die hij hun aangeleerd heeft.

De Tamils zijn brave menschen, diep godvruchtig en dankbaar. Reeds dikwijls kwamen heidensche Tamils bij Pater Haas en vroegen om gedoopt te worden; ze kenden reeds hun katechismus en de noodige gebeden van buiten : een katholieke buurman of buurvrouw had hun die geleerd.

Helaas, St. Anna, de kerk van de Tamils, is veel te klein en daarenboven nog bouwvallig; ze is maar van leem gemaakt. Met de school is het niet beter gesteld.

60 Jaar apostolaat onder de Mahars.

Voor eenige jaren verklaarde een ons overigens vriendelijk gezinde Brahmaan : « In mijn oogen begaan de missionarissen een fout, als zij beproeven de Mahars (paria's) religieus, sociaal en moreel te verheffen. Voor hen is afgodendienst goed genoeg, hun ellende is door God gewild. » Maar dezelfde Brahmaan heeft, met het oog op het geweldige opruiingswerk van de communisten in Indië, het laatste jaar de meening geuit, dat alleen de katholieke missionarissen den rechten weg zijn ingegaan. De andere godsdiensten zouden slechts dan een bolwerk kunnen zijn tegen het wereldoverweldigende bolsjewisme, indien zij in den geest der katholieke missionarissen en met hen vereenigd, alle klassen der menschheid beïnvloeden.

Het is voorwaar geen geringe onderneming het apostolaat onder de Mahars ! De eeuwenlange slavernij heeft diep op hun karakter ingewerkt.

Zij zijn gauw ontmoedigd, omdat zij in hun slavenleven nooit een menschwaardig doel konden nastreven; een slaaf wordt uit-