geven aan, hoezeer de eigenlijke classificatie der oergodsdiensten afhangt van den gril van den teller. »

Een andere schrijft : « Het was het streven van alle tellers om al degenen, die behooren tot de oudste volksstammen als Hindoes op te geven. Ze waren er bijna niet toe te brengen de bevolking zelf naar den godsdienst te vragen. »

Het bovenstaande zal menigeen de oogen openen, vooral hun, die te gemakkelijk gelooven in den massa-overgang der lagere klassen naar een nieuwe belijdenis. De groote getallen van de Mohammedanen zijn bijna even onbetrouwbaar als deze.

Ik vroeg aan een van onze katechisten te Choleng, waarin het Hindoeïsme van die duizenden Jashpoer-Oeraons bestond. Zij keken mij aan en erkenden, dat zij er nooit van gehoord hadden, dat heidensche Oeraons in Jashpoer Hindoes waren geworden : allen nemen deel aan dezelfde heidensche riten.

Hoogst waarschijnlijk zijn de Bhagats en Harijans bij dat getal inbegrepen, maar hun aantal is klein en hun godsdienst verschilt evenveel van het Hindoeïsme als van eiken anderen godsdienst.

We kunnen het gevaar niet ontkennen voor de heidensche Oeraons en de andere lagere volkeren van Indië, dat zij langzamerhand door het Hindoeïsme zullen worden ingepalmd. Velen hebben niet de kracht om aan den sterken invloed van het Hindoeïsme te ontkomen. Gelijk Mr. Stent zegt : « Het is waar, dat leden van die stammen, als zij zich in de vlakten vestigen te midden van Hindoes, er den invloed van ondergaan. Het natuurlijk verlangen om te ontkomen aan den smaad : « maar wilden te zijn » en om zichzelf omhoog te werken, dwingt ze gelijkheid met hun Hindoeïstische buren te eischen en de voorwaarde van de erkenning van dien eisch is het aannemen van de Hindoegewoonten. »

Maar het is na de volkstelling dat de leiders der Harijans verklaarden, dat zij het Hindoeïsme willen verlaten. Wie weet, of dat de inlanders op den weg naar het Hindoeïsme niet tegen zal houden en degenen, die maar onlangs tot het Hindoeïsme zijn overgegaan, niet terug zal doen keeren. Intusschen zullen wij bidden, dat de ongelukkigen hun aandacht mogen schenken aan de Kerk, die alleen hun heil kan zijn.