dan ook : « niks voor mij ! ». Het lokte hem niet met zoo 'n trom te stappen. Een onhandig, houterig geknoei zou het worden als hij probeerde, zooals hij immer onhandig werd bij alles, wat hem niet inpalmde. Dat was zijn schuchterheid. Daarom borg hi) zich zelf op in een schijn van onverschillige hooghartigheid : vorm van zelfverdediging...,

Nee, 't lag hem niet speelsch en luchtig als vader zijn feestzin uit te trommelen langs de straten. Om iets anders zou het zijn, dat voelde hij onbepaald zeker, als hij ooit naar trommelstokken greep : om iets groots, om iets sterks !

Roffelen op een barricade, met het fluiten van kogels om je heen en de verbeten woede in je van te willen winnen, zooals in den romantischen revolutietijd, dat was misschien iets voor hem geweest. Want onder alle uiterlijke nonchalance droeg die jongen een vuurvretershart, onder alle schuchterheid een verlangen om waarachtig gegrepen te worden door iets of iemand, onder allen trotschen schijn een sehnsucht naar het groote.

O, zat er de aard niet in, vader Verullen, de begeestering niet en het rommelen niet ? Maar was het dan juist de aard niet van de Verullen's : slechts te kunnen trommelen uit begeestering, zoo dat trom en trommelaar één ziel werden P

Kon iemand van dat ras iets anders dan wachten en zeggen : « niks voor mij ! », zoolang er dat niet was ?...

♦ En onverwachts, onder een groote vacantie is de bezieling waarachtig 'ns vaardig geworden over den jongen Verullen. Een eigen bezieling, niet die van grootvader of vader, de zijne. Niet de gezagvolle, stoere van den een, evenmin de speelsche, feestelijke van den ander, nee, de zijne ! Zijn eigen, jonge, nieuwe begeestering !...

« Ben je gek ! », had zijn vader slechts beweerd, zoo dwaas leek het hem, toen hij daar van hoorde. Die wist natuurlijk al wel langer, dat zijn jongen in een jeugdgroep was, studenten ondereen, K. S. A. heette het. Het zou in alle geval wel goed zijn als 't zoo heet, veel meer wist vader Verullen daar verder niet van af. « Och, jong zijn, hé !.. Dat wil dan vergaderen, dat moest dan samen zijn ! », meende hij. Zoo iets herinnerde