vond in zijn vijf jaren werken voor en onder de jongens, toch wenschte hij niets liever dan zijn klas te vervangen door een klas in Indië. Onverwacht subdiaken gewijd in 1870 wegens het gevaar voor oorlog, zag hij zich reeds vaag als priester-missionaris, eenzaam, vrij.... De vele jaren van studeeren en gehoorzamen echter leerden hem te wachten, te vertrouwen op de Voorzienigheid, te begrijpen, dat het ware geluk niet vrij van de kloosterbanden kan zijn.

In Leuven, waar hij in 1873 zijn philosophie begon, kreeg hij eerst een kamer, die hem twee vierkante meters vrijliet om te zitten en te staan, daarna een zolderkamertje met een raam in het dak, ten slotte een paleis van vier en een halven meter lengte, twee meter breedte en vier a vijf meter hoogte.

Hij beschouwt het als een voorspelling, wanneer hij 24 October 1878 het diaconaat ontvangt uit de handen van Mgr. Goethals, die weldra naar Bengalen vertrekt en eens de overste van P. Crosjean zal worden in de missie. Eindelijk wordt hij priester gewijd, 7 September 1 879.

en missionaris !

Meer dan ooit voelt hij zich nu bereid om over de onbegaanbare wegen van de jungle te trekken. Hij had er zich op voorbereid door lange wandelingen, nederigheid en gebed. Als weinig anderen was hij op de hoogte van de Bengaalsche missie, want hij las van het begin tot het einde de nummers van het Engelsche weekblad uit Calcutta, de « Catholic Herald » en hij werd uitstekend ingelicht door medebroeders, die eerder dan hij naar Indië waren vertrokken.

Van 1873 tot 1879 schreef hij in twee Belgische missiebladen : de « Lettres autographiées » en de « Précis historiques ». Zoo nauwkeurig waren de kaarten en de statistieken, die hij publiceerde, dat hij twee belangrijke werken tegelijk deed : propaganda voor de missie maken en een voortreffelijke geschiedenis schrijven. Een schoon succes voor iemand, die de missie nooit bezocht.

Wie twijfelde, of P. Crosjean werkelijk een buitengewone geest was, kon er zich van overtuigen bij het openbare dispuut, dat