5e Jaargang.

ZATERDAG 19 MEI 190Ó.

N°. 20.

KATHOLIEK SOCIAAL WEEKBLAD.

Redacteur: Mr. P. J. M. AALBERSE.

Alle stukken voor de (Redactie te adresseer en Oude Singel y8, Leiden, — alles wat de Administratie betreft, aan de Uitgeefster, de Maatschappij de Katholieke Illustratie, St. Jorisstraat G. 147, 's=Hertogenbosch.

DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.

Prijs per drie maanden f 1.00, fr.p. post fi.ia'/jj afzonderlijke nummers 15 Cent.— Advertentlën per regel 15 Cent. Boekaankondigingen 71/, Cent.

INHOUD. — De Katholieke Kerk en het maatschappelijk vraagstuk, I, door Titus Brandsma, Ord. Carm. — Het Twaalfde Congres van de S. D. A. P., door Mr. A. — Berichten en mededeelingen: Ontwerp-verordening op de winkelsluiting. — Een onverdiende terechtwijzing. — Onrechtmatige daad en vakvereeniging.— Fabrieksraden. — Losse gedachten. — Korte berichten: Absenteïsme. — PropagandanummerVolksbanier. — Sociale Romans. —• Rijkspostspaarbank.— Coöperatieve mijnen.— Verzekering tegen Werkloosheid. — Arbeid der gehuwde vrouw. — Werkloozen-Statistiek. — Woudscholen. — Ontvangen boeken. — Nieuwe boeken.

DE KATHOLIEKE KERK EN HET MAATSCHAPPELIJK VRAAGSTUK. — I. *)

Het maatschappelijk vraagstuk heeft twee zijden.

„Sommigen denken", gelijk Paus PlUS X schreef, „dat de sociale kwestie slechts eene economische kwestie is, maar dit is geheel bezijden de waarheid, zij is vooral een zedelijke en godsdienstige kwestie en zij moet daarom overeenkomstig de zedewetten en de voorschriften van den godsdienst worden opgelost.. . Diegenen vergissen zich ernstig, die bij het behartigen der openbare belangen en vooral bij het verdedigen van de zaak der lagere standen de meeste zorg hebben voor het lichaam en het stoffelijke leven en zwijgend het heil der zielen en de hoog-ernstige plichten, die de Christelijke belijdenis oplegt, voorbijgaan" (Motu Proprio Maart 1904.)

Ook de werkzaamheid der Katholieke Kerk heeft twee zijden. Naast het eeuwig heil der ziel bleek zij ook steeds de tijdelijke, de aardsche belangen harer kinderen te verzorgen, te regelen, daarvoor op te komen. Niet voor niet bestond in ouden tijd het spreekwoord: „Onder den kromstaf is 't goed wonen". Onder leiding der Kerk zijn beide, stoffelijke zoowel als geestelijke belangen, veilig en als vanzelf is de Kerk het middelpunt, waartoe alle actie, die het stoffelijke raakt, moet wederkeeren, wil ze eenige en werkelijke vruchten afwerpen voor 's menschen geluk, dat

1) Wij meenen het feit, dat wij heden den dag herdenken, waarop voor 15 jaren de Encycliek Rerum Novarum werd uitgevaardigd, niet deugdelijker te kunnen vieren, dan door thans een aanvang te maken met de plaatsing van dit zéér mooie artikel.

Red. K. S. IV.

niet in 't stoffelijke alleen bestaat. De mensch is ziel en lichaam.

Als de niet-Katholieke Professor Dr. Thun van Bazel verwonderd opziet naar de macht der Katholieke Kerk, wat de sociale hervormingen betreft, als hij heeft erkend, dat het Duitsche Katholicisme vooral met zijn gewonen scherpen blik het oorlogsveld heeft overzien, waarop de strijd der toekomst zal geleverd worden, vraagt hij, wat toch wel de Katholieken zien in het sociale vraagstuk, daarvan als de kern beschouwen. „Men moet toegeven", zegt hij, „dat hunne opvatting heel wat dieper gaat dan die, welke men gewoonlijk verneemt en wel, omdat deze in zoo nauw verband staat met geheel hun wereldbeschouwing. De Katholieken bezien en beoordeelen de sociale raadselen vanuit vaste gezichtspunten. Volgens hun christelijke leer wortelen de sociale euvelen in den diepsten grond des godsdienstig-zedelijketi levens" (Jahrbuch fur Gesetzgebung, Verwaltung und Volkswirthschaft i»i Deutschen Reiche 1883, Febr.)

Dat dit waarlijk zoo is, beleed in Dec. van het vorige jaar nog de bekende Duitsche Socioloog Dr. Aug. Pieper in een artikel over Christelijke Sociale Politiek in „ Arbeiterwohl": Op de vraag, waarin wortelt onze kracht, geeft hij ten antwoord: „De grondoorzaak van onze kracht in den socialen arbeid schuilt in de overtuiging, dat sociale arbeid een godsdienstig-zedelijke plicht is ... Voor ons is de sociale vraag geen uitsluitend maatschappelijke of politieke machtsvraag, eene vraag welker oplossing op utiliteitsgronde?i wordt geeischt. Zij is er een van Rechtvaardigheid en wij zijn overtuigd, dat de politiek deiRechtvaardigheid ook utiliteitspolitiek is. Wijl de christelijke sociale politiek voortkomt uit een Rechtvaardigheidsplicht, heeft zij zoozeer het vertrouwen van het katholieke volk gewonnen".

Ja, wij gevoelen het, daarin ligt, daarin moet liggen de kracht en het vaste vertrouwen, dat de Katholieke Kerk bezit bij het strijden in den socialen kamp; op deze overtuiging gegrond, hebben van den Paus tot den eenvoudigen debatter, alle Katholieken het schijnbaar zoo boud gesproken woord doen klinken: slechts door de Katholieke Kerk is oplossing van de sociale kwestie, vooral van de arbeiderskwestie, mogelijk.