Limburgsch Studentengilde S. Servaas, Kunstkringen, vroeger ook Jong Limburg, de Limburgsche Liga e. d.

Enkele maanden geleden namen, na het mislukken van het jongerenblad« Schalmei », sommige deels niet al te jonge intellectueelen en kunstenaars het initiatief voor een Limburgsche werkgemeenschap, die een zuidelijk streven naar « Katholieke reconstructie » op alle gebied wil bereiken. Een groot verschil met Brabantia Nostra is te vinden in den onw:il van de leiding om deze beweging nationaal Limburgsch te houden. De begrenzing is uiterst vaag : zuidelijk en katholiek met de provincie Limburg als uitgangspunt. Dus medewerking van Vlamingen, Keulenaars, en zelfs Hollanders. Daar de beweging in haar eerste beginperiode verkeert, is het moeilijk om uit te maken wat er van terecht zal komen. De vooruitzichten zijn helaas niet hoopgevend. Veel zal er van afhangen, of er reeds een voldoend aantal jonge intellectueelen bestaat, die de nationale vraagstukken overzien. Een verschil met Brabantia Nostra zit hierin, dat dit van onderop groeide terwijl « Limburg » begint met bijna overdonderende medewerking van gezagsdragers, wat de noodzakelijke vrijheid en oorspronkelijkheid in het gedrang moet brengen.

We stellen vast dat het bewust volksch streven in Limburg en Brabant eerst begint op te komen. De vorming van goedingelichte en wilskrachtige leiders is nog zeer noodig. Ook in onbevrijd Dietschland toone men meer belangstelling voor het regionalisme, in zoover dit werkelijk Dietsch en niet klei n-p r o v i n c i a a 1 is. Want van een vaderland-loozen « Hollander », die door zijn losraken van den geboortegrond naar het kosmopolitische liberalisme neigt, verwachte men minder dan van den goeden Brabander of Limburger die een volksch hart heeft.

H. v. B.

HET KEMPISCH KOLENBEKKEN EN HET VERDINASO.

Bij de uitgeverij Lannoo te Tielt verscheen van de hand van Mr. Maurits Lambreghts : «De Industrialisatie der Kempen en de Here en inging der Nederlanden», een brochure van 67 blz., die in « Hier Dinaso » reeds vroeger grootendeels werd afgedrukt. Het geschrift van den gewezen V.N.V.-gouwleider van Antwerpen, — die na de Belgische verkiezingen van Mei 1936, en na een verwoed bestrijder van het Verdinaso te zijn geweest, plotseling de beweging van den groot-belgicist Van Severen vervoegde — levert, eens te meer, een duidelijk bewijs van de staatsche plannenmakerij en