„ WETENSCHAPPELIJKE OBJECTIVITEIT" OF POLITIEKE ZIN ?

(Vervolg).

Het zij ons veroorloofd, de meening welke wij hier hebben uiteengezet, met enkele voorbeelden te staven. Laten zij, die in onze op- en aamerkingen bedoeld zijn, niet boos worden, — indien tenminste hun inzichten zuiver zijn. Onze beschouwingen komen niet voort uit een geest van afbrekerij ten opzichte van diegenen die, vol goeden wil, op het gebied van hun specialiteit werken voor het heil der Nederandsche gemeenschap. Ons doel is alleen, hen te helpen met deze bladzijden, die door eenzelfde verlangen om goed te doen worden ingegeven. Ook de zelfcritiek is immers een wet van alle actie, — en wordt deze wet niet al te zelden in de Nederlanden toegepast ?

Er zijn weinige landen, meenen wij, waar de politieke macht het nuttig oordeelt, langs den weg der uitvoerende instituten in te grijpen in een materie als... de spelling. Er zijn weinig landen waar de uitspraak over punten van taalkunde afhankelijk wordt gemaakt van parlementaire discussies. Maar stellig is er geen enkel ter wereld, waar men het initiatief tot een zoo belangrijke hervorming als die van de spelling der volkstaal overlaat aan lieden, die zich liefst van de ethnische en geestelijke tradities van het eigen volk afwenden. Iets dergelijks kan enkel gebeuren in Nederland, waar als voorzitter van de « Vereeniging tot Vereenvoudiging van onze Spelling » fungeert de franskiljoneerende hoogleeraar Salverda de Grave, die zich nergens zoo zeer op zijn gemak voelt als in een leeraarstoel aan de Sorbonne, waar hij, onder het voorwendsel van propaganda voor zijn land' over de Dietsche geschiedenis en de Dietsche beschaving dingen vertelt, die op zijn minst <c naïef » zijn te noemen.

Voor zoover wij weten, is er ook geen enkel land, waar men een methodische administratieve werking op touw zet om te ko-