wij willen noemen : het « instinct » voor de onaantastbare gewisheid van eigen aard en karakter, moet de leegheid, de valschheid van die interpretatie aanvoelen met zijn klomp.

W. M.

BOEKBESCHOUWING

Guido Gezelle: «Ausgewahlte Gedichte», übertragen von Dr J. Decroos. — Uitg. Bonifacius-Druckerei, Paderborn. (Prijs, geb. RM. 3.60)

Op de beteekenis van Dr. J. Decroos als vertaler van poëzie werd reeds in dit blad gewezen (bij de bespreking van zijn Hamlet-verdietsching). West-Vlaming van geboorte, Germanist door zijn studie, sinds jaren in Duitschland verblijvende, en zélf dichter (o.a. van fijne stemmings- en natuurlyriek) is Dr. Decroos ongetwijfeld de aangewezen man om verzen van Gezelle in het Duitsch over te brengen. Naast een aantal door Heinrich Pottmeyer verduitschte gedichten, welke Dr. Decroos grondig heeft herwerkt, zoodat meermaals een geheel nieuwe Duitsche versie tot stand kwam, brengt dit bundeltje ook Gezelle-gedichten, welke direct door Dr. Decroos werden overgezet. Het geheel wordt ingeleid met een voorbericht, dat de figuur van Gezelle klaar en duidelijk situeert op het Nederlandsch cultuurgebied.

Dr. Decroos heeft zorgvuldig elke archaïzeering, waartoe men licht komt bij het vertalen van Gezelles poëzie in het Duitsch, vermeden. Zijn verduitsching doet nergens den z i n van Gezelle's verzen eenig geweld aan, terwijl het rhythme der oorspronkelijke gedichten overal gaaf en sterk gehandhaafd bleef. Van de wijze waarop gestreefd werd naar een zoo rijk en vol mogelijk overbrengen van Gezelle's klankenschat in het Hoogduitsch, geeft het gedicht « Die Nachtigall » een prachtig voorbeeld. (Andere bekende stukken, die men in het bundeltje aantreft zijn: De Merel, Het Meezennestje, O wilde en onvervalschte Pracht, Het ruischend Riet, Mochte mij dat nieuws gebeuren, Het Vlaamsche Woord.)

Vergeleken bij Duitsche Gezelle-vertalingen, die ons vroeger onder de oogen kwamen, beteekent deze uitgave een voor-