Dale geven het werkwoord in dezen zin op, en De Bo vermeldt, dat het in West-Vlaanderen in deze beteekenis zeer gewoon is.

Dat verlangen dus uitstellen kan beteekonen, staat als een paal boven water. Eene andere kwestie is het of dit werkwoord in bovengenoemde uitdrukking in dien zin is gebruikt. Harrebomée beweert dat wel, doch bewijzen doet hij het niet. Ik geloof dit bewijs te kunnen leveren. Niet uit de oudste mij bekende plaats, waar de uitdrukking voorkomt, n.1, in de: Spelen van Sinne op de vraghe wie den meesten troost oyt quam te baten, die schenen te zijn van Godt verlaten, ghespeelt ende vertoont binnen der stadt Rotterdam by de neghen kameren van Rethorijeken, die hen daer ghepresenteert hebben den XX dach in Julio, anno 1561 (Bij Jan van Waesberghe de Jonghe. Anno 1614), bl. 59 r.: Twee neefjes Blinde Begheerte en Gheneghentheyt, die er op uit zijn om De Zommighe in hunne netten te verstrikken, verwijten elkander hunne kwade praktijken:

Blinde Begheerte

En ghy maeckt de lieden veel tuyten vroet,

Zoo datse deur 't fluyten zoet, na uwen zin danssen.

Och wat krijchdy tot u ghewin hanssen!

Ghy maeckt als de spin kranssen dat se hanghen blyven.

Gheneghentheyt.

En ghy kondt het liedeken van verlanghen schryven,

Datse als den banghen kyven, maer gheen troost vinden.

Al de werelt doet ghy van 't west tot het oost blinden Veel kander u propoost schinden, zoo men mercken toch(? '.

Deze plaats laat aan duidelijkheid nog al iets te wenschen over; ik geef ze alleen om den oudeidom , misschien is zij wel de oudste. Mijn bewijs put ik uit een zeldzaam, hoogst merkwaardig spreekwoordenboekje getiteld: Adagiorum Chiliadea tres , quae Joannes Sartorius in Batavicum sermonem propie ac eleganter convertit et brevi acperspicua interpretatione illustravit, Antverpiae. Ex officina Joannis Loei, 1516 !). Aldaar lezen we, prima VI, 48: Akessaiou selènè, 't liedeken van verlangen. Dictum in comperendinatores, qui novam subinde causam comminiscuntur, quo negotium proferant, d. i.: Dit wordt gezegd van uitstellers, die plotseling iets nieuws verzinnen , waardoor zij de zaak (die moet worden verricht) op de lange baan schuiven. Het latijn, dat ter verklaring moet dienen,

') Harrebomée III, bi. 452.