11. Een substantief met z ij n attribuut: goedkoop.

C. Genitief vormen: Allerlei, vélerhande.

V oor naamwoorden.

Algemeene opmerkingen.

De meeste voornaamwoorden zijn eenlettergrepig en bieden dus met betrekking tot den klemtoon niets merkwaardigs aan. Als type van een samengesteld voornaamwoord kan iemand dienen. Het eerste deel van dit woord beteekent eenig ; het tweede deel is het substantief man met paragogische d; iemand dus ~ eenig man. Wij hebben hier te doen met een substantief met zijn attribuut. Uit het vroeger besprokene volgt, dat iemand inherent is samengesteld, want er is verplaatsing van den klemtoon : eenig man, iemand. Ook met tegelijk is dit het geval: het laatste deel van dit woord gelijk is oorspronkelijk het substantief lijk = lichaam. Elk — lelijk is een nevenvorm van iegelijk. Iet is eene samentrekking van iewicht (eenige zaak) , dus ook inherent. De samenstelling van ieder is moeilijker te begrijpen. Het bestaat uit ie-weder. Het laatste deel van dit woord beteekent wie van beiden of wie ook en is dus een voornaamwoord. Daar weder eene bepaling is bij ie en niet de bepaling , maar wel het bepaalde woord den hoofdtoon krijgt, mogen wij ieweder of ieder eene inherente samenstelling noemen. Ook malk (in malkanderj is eene inherente samenstelling uit man en lijk.

De woorden elkdnder en malkander beteekenen beide de een den ander. Zij slaan elkander (malkander) beteekent elk (malk) slaat den ander. Het eerste deel van elkander en malkander is dus onderwerp, het tweede lijdend voorwerp. In zinnen als zij verlangen naar elkander, zij geven elkander iets, zij spelen met elkander, is elk telkens onderwerp en ander achtereenvolgens oorzakelijk voorwerp, belanghebbend voorwerp en bepaling. In onze beschouwing van den woordtoon hebben wij opgemerkt, dat in hoedanigheids- en werkingszinnen het onderwerp een bijtoon en de voorwerpen of bepalingen den hoofdtoon krijgen. Er is dus in de woorden elkander en malkander geene verplaatsing van den klemtoon ; zij zijn dus adherent samengesteld. Degene, dezelfde enz. worden aaneengeschreven , maar alle kenmerken van samenstelling ontbreken hier, zelfs wordt het eerste deel nog verbogen: men deed dus eigenlijk beter die woorden los te schrijven: de gene, de zelfde.