eveneens enz. De groote toonintensiteit van het bijwoord, waarover wij (bl. 231) reeds gesproken hebben en waardoor dit woord zich voor het gehoor dadelijk van het voorzetsel onderscheidt, is oorzaak, dat ook verbindingen als bergop, stroomdf adherent blijven.

Er zijn eenige woorden, waarin de hoofdtoon zich verplaatst heeft naar het eerste bijwoord (véelal, wéldra), andere, waarbij hij zwevende is (nagenoeg of nagenoeg , réchtuit, of rechtuit, voortaan of voortaan, rónduit of ronduit). Het blijkt dus, dat er bij de bijwoorden ook inherente samenstellingen gevonden worden. De toonverplaatsing is van rhetorischen aard (als in véelal, wéldra = zeer spoedig, réchtuit, ronduit), of zij wordt veroorzaakt door het verloop in beteekenis van het tweede deel als in voortaan. Dit woord (= voort dan) wordt niet begrepen; men denkt hier aan eene samenstelling van voor en taan, zelfs vindt men het woord soms in couranten zoo afgebroken; dit gewaande taan begrijpt men natuurlijk niet, het wordt dus achtervoegsel en de uitspraak daardoor vóór laan. In ndgenoeg is na bijvoeglijk naamwoord of bijwoord en genoeg telwoord ; het woord komt dus in samenstelling overeen b.v. met groot genoeg en behoort dus den hoofdtoon op na te hebben. Woordverbindingen als bovenop, onderin hebben tweeërlei uitspraak ; het tweede deel van deze woorden kan n.1. bijwoord zijn en ook voorzetsel; in het eerste geval luiden zij bovenop, onderin, in het tweede bóven op, ónder in; men zegt dus het boek ligt bóven op de kast, ónder in de kast, maar wanneer er reeds sprake van de kast geweest is, zegt men het boek ligt bovenop, onderin.

Bijzondere beschouwing verdienen de woorden bijna en nabij. Het eerste is een bijwoord (Fransch presque): hij is bijna 70 jaar, het tweede een voorzetsel (pres de): hij is nabij de stad. Zooals wij reeds opmerkten is na eigenlijk een bijv. nw.; men zou dus moeten zeggen hij is na bij de stad, zooals men in het Hgd. ook werkelijk zegt er ist nahe bei der Stadt en in onze taal hij is dicht bij de stad. Het woord nabij is dus verkeerd geaccentueerd en behoorde niet samengesteld te zijn. Bijna 70 jaar beteekent bij 70 jaar of na (aan) 70 jaar. Bijna is dus eene tautologie; de woorden bij en na zijn gelijkwaardige zinsdeelen en het accent behoorde dus op het laatste lid der samenstelling te vallen.

Vele bijwoorden bestaan uit een substantief met of zonder attribuut: spoorslags, fluks (van vlug =z vlucht), deels, daags, goeds-

21*

I