kers eindigen, hun hoofdtoon op de laatste lettergreep hebben. Advent, absint, abstract, adjunct, albast, arabesk, ellips, smaragdj basalt, basilisk, akant, amarant, amethist, chirurg, chloroform, consult verkeeren in dit geval. De uitzonderingen op dezen regel zullen wij later noemen.

Taalkundige termen, die in het Latijn en Fransch van toon verschillen , hebben gewoonlijk het Latijnsche accent: hexameter, pentameter , synecdoche, metonymia , dideresis , aphaeresis , próthesis, epenthesis, metathesis. Ook hier vinden wij dubbelvormen: parabool en parabel, metaphóor en metapher, hyperbool en hypérbel. In de wiskunde spreekt men steeds van hyperbool en parabool.

In de nu behandelde gevallen is het ons gebleken, dat het Latijnsche en het Fransche accent in den regel onveranderd in onze taal overgenomen werden. Er is echter nog een factor, dien wij tot dusver buiten rekening hebben gelaten, en die toch in vele gevallen zijn invloed heeft doen gelden. Uit de beschouwing van den syllabentoon in Nederlandsche woorden weten wij, dat de hoofdtoon in de meeste gevallen op de eerste lettergreep valt. In het tijdperk, waarin onze taal nog weinig bastaardwoorden telde, was het gevoel voor het eigen accent natuurlijk krachtiger dan thans en het kan ons dus niet bevreemden, dat in de toen overgenomen woorden het accent naar het Nederlandsch gewijzigd werd. Zoo werd uit augüstus eerst Augustus , toen augst, oogst; uit flage'llum kwam fldgel, vlégel; secürus, dat in het Fransch sur opleverde , werd in onze taal sécur, zeker, maar behield toch ook den meer oorspronkelijken vorm secuur; van sigillwn kwam sigil, zégel; van decdnus, décan, déken; lactüca werd lactuca, latuw; elephdntus, élefant. Linaméntum, een afleidsel van linum, met de beteekenis van draad, werd eerst linment, toen lemmet en beteekent nu de pit van eene kaars of lamp Lamélla (degenkling) werd lamel, lemmel, lemmer De woorden op meter, als diameter, barometer, thermometer, die alle den hoofdtoon op de voor voorlaatste lettergreep behoorden te hebben , verschoven dien naar de eerste Fenéstra , leopdrdus, majéstas, peregrinus, tridngulum werden na verplaatsing van hun accent naar de eerste syllabe venster, luipaard, mdjeste't, pélgrim, triangel Scorlütus werd eerst scórbut en toen door volksetymologie scheurbuik. Ook intellect, interval en interest hebben hun hoofdtoon van de derde naar de eerste syllabe verplaatst. Het woord altaar heette in het Latijn altdre en heeft ook in onze taal