tot de vele Latijnsche woorden op ulum of ula, die in onze taal vormen op el hebben opgeleverd: tubérculem, tubérkel; conventiculurn , conventikel; mirdculum , mirakel ; tabernaculum , tabernakel. Notitie behoorde dus regelmatig den vorm nótel, meervoud nótelen op te leveren. De spelling is dus inconsequent, maar de uitspraak notulen juist; notulen, dat men soms hoort, is dus af te keuren.

b. Het Latijnsche fórmula behoorde in onze taal formel te luiden ; het heeft echter den Franschen klemtoon gekregen en heet nu formule.

c. Extempore, facsimile en jubile hebben den hoofdtoon op de voorvoorlaatste en dientengevolge wordt de slot-e (— ee) bijtonig. Jubile heeft ook wel den hoofdtoon op de laatste.

VII. Woorden op ië hebben den hoofdtoon op de voorvoorlaatste: Sicilië, Azië, Arabië.

VIII. Woorden op el, en, er, is, ik hebben den hoofdtoon op de voorlaatste, terwijl de laatste lettergreep dan toonloos is . amandel, apostel, discipel} parabel, ranonkel , scherminkel , tabernakel, tuberkel; — diaken, examen, lantaren, scharlaken, tentamen; — hectoliter, jenever, kalander, kalender, karakter, marketenter, metapher, October, rabarber, revolver, salamander, salpeter, scaphander (ph = f) ; — amanuensis, ansjovis , basis, bibliothecaris , dromedaris, ibis, jaspis, kazuaris, notaris, syntaxis; — edik , kanunnik , monnik.

Opmerkingen, a. Over archipel, ulevel, triangel en de woorden op meter en thesis zie men de Algemeene opmerkingen.

b. Abdist compromis, citadel, kapel, muskadel, parallel, pastel, violoncel, schabel, chirurgien en milicien hebben den hoofdtoon op de laatste, specimen, diaeresis en aphaeresis op de voorvoorlaatsteDialectisch luidt kapél ook kdppel.

c• Ai abier werd beschouwd als afgeleid door het achtervoegsel ier en verschoof daardoor den hoofdtoon: Arabiër, Arabier.

d. Kabouter is waarschijnlijk van Germaanschen oorsprong, maar het heeft zijn hoofdtoon naar de wijze der vreemde woorden verschoven : kobold, kóbolder, kabouter.

e. De bloemnaam narcis (narcissus) behoort den hoofdtoon op de laatste lettergreep te hebben.

IX. Woorden op twee of meer medeklinkers of o p x (= ks) hebben den hoofdtoon op de laatste lettergreep: absint, abstract, accijns, adjudant, adjunct, advent, akkoord, alarm, albast, alchimist, amethist, arabesk, architect, balans,