bepalingen zeer streng schijnen te zijn, en natuurlijk ook kostbaar.

De keuringseischen voor bevroren vleesch volgens § 12 der Rijkskeuringswet schijnen zelfs van dien aard te zijn, dat elke invoer van sommige soorten bevroren vleesch absoluut onmogelijk is, zoodat deze en dergelijke soorten voorschriften eene ernstige belemmering van den handel met het buitenland zijn.

Ook de tariefpolitiek werkt dien invoerhandel tegen. Er -wordt namelijk aan de Duitsche grens een invoerrecht geheven van 27 Mark per 100 K.Gr. voor versch vleesch en van 35 Mark per 100 K.Gr. voor bevroren vlqesch.

Tegen deze zeer verstandige maatregelen, die genomen zijn om den Duitschen veestapel hygiënisch en economisch te beschermen en om den Duitschen boerenstand in bedrijf te houden, is nu met name de vleeschnoodagitatie gericht. De volksmisleiders zeggen: zet de grenzen maar open voor buitenlandsch vee en vleesch en de heele vleeschnood is opgeruimd. Er komt dan overvloed van vleesch en de prijzen worden weer laag.

Wij zullen deze aangelegenheid in een apart artikel onderzoeken en onze beschouwingen daaromtrent nog een oogenblik uitstellen. Voorloopig ziet iedereen dat het betoog der agitators niet klopt, want er blijven nog de vragen open: Zou er werkelijk zooveel gelijkwaardig vleesch in Duitschland stroomen? Zou die stroom blijven aanhouden? Zou de Duitsche veeteelt niet zoodanig verminderen dat per slot van rekening na opening der grenzen de vleeschnood veel ernstiger was dan voor dien tijd?

Deze internationale kant van het vraagstuk zullen wij 'n volgenden keer onder beschouwing nemen.

EMILE VERVIERS.

(Wordt vervolgd.)

TWINTIG JAREN SOCIALE ACTIE DER VOLKSVEREIN FÜR DAS KATHOLISCHE DEUTSCHLAND.

Met meer dan gewone belangstelling lazen wij ditmaal het overzicht van de werkzaamheid van de Duitsche Volksverein. En wel om twee redenen.

Eerstens omdat dit verslag een overzicht geeft van den strijd der Volksverein gedurende al de 22 jaar van zijn bestaan, tweedens omdat de Volksverein er in slaagde in den loop van dit jaar zijn ledental op te voeren tot boven de 700000, welk getal thans reeds 750.000 nadert.

Welk een reuzenkracht wordt hier ontwikkeld!

Wanneer men eens de prachtig ingerichte Zentralstelle te M.-Gladbach heeft bezichtigd, kan men zich nauwelijks voorstellen, dat deze grootsche instelling is gegroeid uit één werkkamer, waar nog in 1893 Dr. Aug. Pieper, de tegenwoordige „generaldirektor" met drie man personeel voor boekhouding etc. de sociale actie voerde.

Voor dien bestond nog niets van een centraal punt van waaruit de werkzaamheden geleid werden.

Bij de oprichting der vereeniging vestigde Windthorst wel is waar de hoofdzetel van den Volksverein te M.Gladbach, waar de Verband Arbeiterwohl gevestigd was, in de stad van Franz Brandtz, wien in het verslag welverdienden lof wordt gebracht, maar in 1891 bij den dood van Windthorst was van een centrale nog weinig te zien, hoewel de vereeniging toen al 100.000 leden telde.

Geldzendingen werden gericht aan den Penningmeester, bankdirecteur Elkan in Keulen, en 10 jaar lang bleef dit zoo.

Uitgever van het tijdschrift was de drukkerij A. Riffarth, wat pas in 1901 veranderde.

De redactie ervan geschiedde door een redacteur van dezen uitgever Leon Niderberger, de „Sozialpolitische Korrespondenz" werd samengesteld door Dr. Frings, van de „Gtadbacher Volkszeitung", en het generaalsecretariaat werd te Keulen waargenomen „als bijbaantje."

Pas vanaf 1893 wordt Dr. Aug. Pieper als generaal secretaris genoemd, die vanaf 15 "April 1892 te M.Gladbach was.

Hij nam den arbeid voor de Sozialpolitische Korrespondenz op zich, organiseerde op aansporing van Arbeiterwohl de eerste practisch-sociale cursus in M.-Gladbach (20—30 April) en richtte op het einde van dat jaar de sociaal-wetenschappelijke bibliotheek in.

Op 1 Maart 1895 werd toen aan Dr. Pieper's adres de „Soziale Auskunfststelle M.-Gladbach" opgericht (door Arbeiterwohl en den Volksverein), die algemeene practisch- en theoretisch sociale adviezen gaf, en zich tevens bij een volksbureau te M.-Gladbach aansloot, voor schriftelijk juridische adviezen naar die plaatsen, waar geen volksbureau bestond.

Dat is het bescheiden begin van de tegenwoordige reuzen-organisatie

Na het eene vertrek in Gladbach, van 1893, werd in 1898 in de Barbarossastrasze een geheel huurhuis betrokken, dat in 1901 met acht vertrekken werd uitgebreid.

In 1904 moest de directeur echter dit huis, dat toch al onvoldoende was, verlaten, en toen besloot men tot den bouw van een eigen gebouw in de Sandstrasze, dat in 1906 betrokken werd.

Op den inwijdingsdag besloot het bestuur tevens een eigen drukkerij te bouwen, die in 1907 geopend werd.

Voor dien geschiedde het drukken der uitgaven bij ongeveer 11/2 dozijn verschillende drukkerijen, wat te omslachtig werd en ook de agitatorische kracht der organisatie in gevaar bracht.

Thans is ook dit ruime gebouw niet meer voldoende voor de zich steeds uitbreidende organisatie.

Een nieuwe vleugel is in aanbouw, waar in hoofdzaak de Lichtbilderei (verhuren van films en lichtbeelden) zal gehuisvest worden, terwijl ons bij ons laatste bezoek te Gladbach verschillende afdeelingen getoond werden, die ook reeds dringend meer ruimte noodig kregen.

Van die voortdurende uitbreiding der Zentralstelle