H

Zeker, er bestaat een Rijkswet op het stuk van Zondagsrust. Evenwel kan hiervan niet verwacht worden, wat wij Katholieken willen.

Wat toch is het geval? De Zondagswet dateert van 1 Maart 1815 en is opgenomen in het Staatsblad van dat jaar No. 21. Deze wet nu geldt niet voor het geheele Nederland. De oorzaak hiervan is, dat bij de totstandkoming der Zondagswet in 1815 het Koninkrijk der Nederlanden nog niet geheel omvatte het territoir, hetwelk thans tot Nederland behoort. Zoo is er later nog een gedeelte van Limburg bijgekomen.

V andaar dan ook dat de wet in dit gedeelte van ons land niet van kracht is.

Deze Rijkswet heeft niet de minste waarde. Nergens vindt men ze nog toegepast, ook niet waar zij van kracht is. Geen wonder- op de eerste plaats is ze verouderd, zij voldoet niet meer aan de behoeften van onzen tijd; op de tweede plaats zijn onze hooge Rechtscolleges het niet eens over hare uitlegging. Waar het eene de Zondagswet van toepassing acht, meent een ander dat dit niet het geval is.

Toch is nog iets in ons voordeel van die wet te verwachten bij een aanvulling door den Gemeentelijken wetgever, waartegen de Hooge Raad geen bezwaar heeft blijkens zijn jongste arresten.

In 1886 heeft de Regeering getracht eene nieuwe wet in het leven te roepen. Het ontwerp is bij de Tweede Kamer ingediend bij Koninklijke boodschap van 23 October 1886, doch heeft nimmer het Staatsblad mogen bereiken.

Stilzitten zal ons echter niet verder brengen. Gewerkt moet worden, om het zoover te brengen, dat er óf een nieuwe Zondagswet in het leven wordt geroepen óf dat de Gemeenteraden voorschriften te dien opzichte geven.

Dit nu moet bevorderd worden door het particulier initiatief. Waar nu de Zondagsrust is in te voeren in een enkele plaats daar zij verband houdt met allerlei omstandigheden is het gewenscht, dat de actie voor Zondagsrust zich uitstrekt over een groot gedeelte van ons land. Een prachtige gelegenheid biedt hiervoor ons Diocesaan Comité der K. S. A. in het bisdom Roermond. Hierover was het de vergadering van ons Comité, te Sittard gehouden den 7en Mei 1912, ook eens, vandaar dat besloten werd de actie te voeren over het geheele Bisdom.

Alvorens na te gaan op welke wijze het werk dient te worden aangepakt, is het wellicht niet overbodig hier aan te toonen, hoe de Zondagsrust noodzakelijk is voor den mensch.

Noodzakelijk is zij, omdat zij den mensch als mensch toekomt. De mensch is nu eenmaal geen machine, die loopt zoolang als haar de kracht niet wordt onthouden.

Rust heeft hij noodig om zijne krachten te herstellen. De dagelijksche rust is niet voldoende. Het missen der Zondagsrust is een aanslag op het menschelijk organisme. Altijd werken en nog eens werken mat den mensch af. Men denke hierbij niet enkel en alleen aan lichamelijke vermoeienissen.

Neen, ook de geest zal verstompen, zal zijn frischheid en veerkracht inboeten, wanneer niet na inspannenden arbeid de wekelijksche rustdag verstoring van evenwicht voorkomt!

Immers, ook de wetenschap heeft aangetoond, dat een wekelijksche rustdag noodzakelijk is tot instandhouding van het menschelijke arbeidsvermogen, zoowel wat het lichaam als den geest aangaat.

Op de tweede plaats heeft de mensch Zondagsrust noodig als burger.

De inrichting van onze huidige maatschappij — in eene andere zou dit onnoodig zijn — vordert een ruimere deelneming aan het openbaar leven; ruimer in tweevoudig opzicht nl. door meer personen en door meer invloed van elk.

Hoevelen worden er niet gevonden, die niet eens hit flauwste

begrip hebben van hunne plichten en rechten als lid der samenleving. Zij voelen niet het minste voor de gemeenschap Zij missen ten eenen male de noodige ontwikkeling en om zich de noodzakelijke kennis te verschaffen ontbreekt de tijd wanneer er geen wekelijksche rustdag is. Welnu, de Zondag biedt hun een mooie gelegenheid om zich die ontwikkeling eigen te maken.

Hierbij komt dat Zondagsarbeid verbittert. De ondervinding leert het ons.

Men kan het merken aan den mensch, die op Zondag moet werken. De ontevredenheid van zoo iemand is zeer gemakkelijk te begrijpen. Immers, waar de Zondag door de overgroote meerderheid der maatschappij wordt gebruikt als rustdag, moet hij dit genot, wat hem eveneens toekomt, slechts gadeslaan.

Hij kan er niet van genieten.

Zondagsrust is op de derde plaats noodig voor het huisgezin. Zijn er niet velen, zoowel winkeliers als mijnwerkers en anderen, die in de week geen tijd hebben om zich bezig te houden in hun huisgezin? Zij weten niet eens hoe het erin toegaat. Nog erëer: er z'jn gezinnen, waar de vader geheel en al vervreemd is van zijne huisgenooten; en wel doordat hij, na een heele week getobd te hebben, den Zondag niet doorbrengt te midden van zijn gezin, maar dien dag geeft aan anderen arbeid dan waarvoor hij door zijn beroep is bestemd, of zelfs dien èenen dag, hem gegeven als wekelijkschen rustdag, nagenoeg geheel doorbrengt in de herberg en daar verteringen maakt, die hij, met het oog op de behoeften van het gezin, niet kan verantwoorden.

Bovendien is het bezoeken der herbergen, den geheelen dag door, ook oorzaak dat de herbergier en zijn gezin, gedurende den Zondag, niet de minste rust genieten.

Door hoevelen wordt de Zondagsrust niet opgeofferd of aan winstbejag of aan genotzucht.

Zien wij de winkeliers achter hunne toonbank staan. Nooit hebben zij rust en toch hoevelen smachten er niet naar, doch moeten ze missen om te voldoen aan de eischen hunner koopers! Iedereen is toch overtuigd dat ook zij rust noodig hebben. Weer anderen zijn er, die den Zondag geven uitsluitend aan vermaken.

Gaan wij na de muziekfeesten en wedstrijden. Is het niet ergerlijk dat geen Zondag voorbijgaat zonder voetbalwedstrijd zelfs gedurende den kerktijd? Het is #een feit, dat er velen zijn die zich vermaken in het spel ten koste hunner Zondagsplichten. Zij nemen niet eens den tijd om behoorlijk de H. Mis te hooren.

Waar wij hier wijzen op het verkeerde gebruik van den Zondag mag zeker niet gezwegen worden over de vele vergaderingen, die gehouden worden op Zondag. Men zal zeggen, dat is noodig. Zeker zeer waar. Maar waarom moet de Zondag hiervoor gebruikt worden 1 Hierdoor wordt behalve aan de vergaderden ook aan de pers de noodige Zondagsrust ontnomen.

Ook zijn er, die hun Zondagsrust opofferen om een stukje grond, hetwelk zij bezitten, te bebouwen.

Er zijn natuurlijk gevallen, waarin dit onvermijdelijk is. De landbouw is afhankelijk van de weersgesteldheid en Zondagsarbeid kan voor sommigen noodig zijn om groote schade te voorkomen. Er zijn ook menschen die zoo arm zijn, dat zij de opbrengst van een stukje grond, dat ze alleen Zondags kunnen bewerken, niet kunnen missen of die slechts den Zondag hebben voor sommige noodzakelijke bezigheden in huis.

1 och is het jammer, dat arbeiders, die eene week van zwaar werk achter den rug hebben, hunne rust moeten prijsgeven.

Na de noodzakelijkheid der Zondagsrust te hebben uiteengezet, rest ons nog na te gaan, wat er dient gedaan te worden om haar :e bevorderen.

Wat betreft de overdreven vermaken en onnoodige vergade'ingen is hierin wel zeer gemakkelijk verandering te brengen.