KATHOLIEK SOCIAAL WEEKBLAD.

door liefdadige vereenigingen, die er wellicht een middel inzagen, hun financiën te verbeteren, tevens echter uitstekend kunnen werken, tot verbetering van de kino.

Beide bepalingen hebben natuurlijk een storm doen opgaan in de kringen van belanghebbenden, die de geheele wet in de scherpste woorden afbreken. Zoo o.a. Rudolph Huppert, in no. 30 van 1 Oct. 1912, van Der Kinematograph.

Bij reizende moet telkens de plaatselijke politie toestemming geven tot de voorstelling.

Voor de bediening van het toestel zijn eveneens strengere voorschriften gegeven. Voor het onderzoeken van een bekwaam operateur wordt geëischt een leeftijd van 18 jaar, het bewijs, dat men zes maanden onder toezicht van een bekwaam operateur bij de bediening van een toestel is werkzaam geweest en verder een bewijs van physieke geschiktheid door een getuigschrift, uitgereikt door een officieel daartoe aangestelden arts.

Het gebruik maken van jeugdige personen voor hun 16e jaar is niet geoorloofd.

Aangaande de censuur is vastgesteld, dat geen film mag vertoond worden, die niet vooraf gekeurd is. Bij die keuring zal een bijraad hulp kunnen verleenen, een vertegenwoordiger van den landsschoolraad, een rechterlijk ambtenaar, en twee vertegenwoordigers van humanitaire organisaties, die zich met volksontwikkeling of zorg voor de jeugd bezig houden.

Een rijkscensuur is niet ingevoerd. De wet verbiedt verder met nadruk reclame, als bijv. „heerenavonden", „Parijsche avonden", „pikante films", en dergelijke.

Verder bevat de wet een groot aantal bepalingen over de inrichting van het gebouw, ligging, opstelling van het toestel, enz.

Van andere landen, waar de censuur is ingevoerd, noemen wij nog weden, dat meermalen in verband daarmede is aangehaald.

De Zweedsche kino-wet van 22 Juni 1911, met uitvoeringsbepalingen is op 1 Dec. 1911 in werking getreden. De wet heeft een centraliseering der censuur ingevoerd. De samenstelling der censuur is zeer eenvoudig. Er zijn twee censoren, beide philologen, n.1. Dr. phil. Frevell, en een leerares van een volksschool, Louise Gagner. Elk moet de helft der films keuren. De derde censor, Dr. med. Billstram, komt dan pas in functie, wanneer er twijfel aangaande een of andere film ontstaat.

In 't algemeen mogen alleen gecensureerde films vertoond worden. Een uitzondering is slechts gemaakt voor actueele films, die alleen de toestemming behoeven der plaatselijke politie, mits zij binnen tien dagen na de desbetreffende gebeurtenis worden vertoond.

De censuur moet die films verbieden, waarvan de voorstelling in strijd is met de algemeene wet of met de goede zeden of op anderen prikkelend, opzweepend of „verruwend" werkt of kan bijdragen tot verwarring der rechtsbegrippen. Het zijn films, waarin gruweltooneelen, zelfmoord of zware misdaden op zoodanige wijze worden voorgesteld of in zulk een samenhang, dat eenzelfde werking ontstaan kan.

Voor kinderen mogen ook die films niet vertoond worden, die schadelijk kunnen werken op de fantasie der kinderen, ofwel prikkelend of op andere wijze bedenkelijk voor hun geestelijke ontwikkeling. De door de censuur goedgekeurde films worden gestempeld.

Bovendien iwordt er een kaart rvoor geschreven, waarop voorkomen de naam van den filmfabrikant, een korte beschrijving van inhoud en titel, met de ondertitels, de lengte der film, alsmede het registratienummer en bovendien wordt aangeteekend of de film voor kinderen mag vertoond worden.

Bij aanmelding moeten deze kaarten aan de plaatselijke politie worden voorgelegd.

In tegenstelling met Berlijn wordt in Zweden elke copie van een film afzonderlijk gekeurd en gestempeld.

Voor de keuring moeten in Zweden ook kosten betaald worden, en wel 1 Kr. voor een film van 100 M. Voor elke 50 M. boven die eerste 100 M. moet 50 oere betaald worden. Deze kosten zijn te voldoen, onverschillig of de film wordt goedgekeurd of niet.

De kosten worden verdubbeld voor elke beeldenserie, die blijkbaar niet naar de natuur is opgenomen, maar is opgesteld, ook voor elke film, die een herhaalde keuring noodig gemaakt heeft. Voor copieën, die gelijktijdig gebeurd worden, worden de kosten tot de helft verminderd.

Hij, die kinematografische voorstellingen geeft zonder dat de films zijn goedgekeurd, of tegen de bepalingen handelt van het goedkeuringsbewijs, beloopt een boete van 10 tot 500 Kronen.

De wet geldt niet voor voorstellingen gehouden bij een lezing, of wanneer de koning op verzoek vrijstelling verleent van de bepalingen.

Ook in verschillende andere landen en Duitsche staten beraamt men maatregelen te nemen tegen de gevaarlijke uitwassen der bioscoop.

In Roemenië heeft de politieprefectuur van de hoofdstad in Dec. 1.1. aan den minister van binnenlandsche zaken een verbod voorgelegd, waarbij filmen van criminalistischen aard worden verboden.

Het Koninklijk Saksische Ministerie van Binnenlandsche 2'aken heeft besloten tot oprichting van een centrale voor theatercensuur, waarmede waarschijnlijk de centrale filmcensuur zal verbonden worden door aansluiting bij de politiedirectie te Dresden.

Elk opvoeringsverbod en beslissingen van hoogere bestuurslichamen worden bij die centrale aangeteekend, to(m de plaatselijke politie te dienen als steunpunt bij haar maatregelen. Een der laatste nummers van de „Intern. Filmzeitung" bevat de besluiten in Wurtemberg genomen, terwijl in „Das lebende Bild" van Dec. 1912, no. 21, de Beiersche bepalingen voorkomen.

Het spreekt vanzelf, dat al deze maatregelen allerminst de instemming hebben van belanghebbenden bij den bestaanden toestand en allerheftigst worden bestreden.

Aandoenlijk en soms komisch is deze bestrijding meermalen. Aandoenlijk is bijv. de wijze, waarop de filmfabrikanten en andere belanghebbenden kunnen jam-