Opgemerkt dient voorts dat, hoofdzakelijk wegens fouten in de boekhouding, niet absoluut juist zijn de gegevens van 3, 4, 5, 6, 8, 13, 15, 20, 22, 23 en 27.

(Wordt vervolgd.) G. P. Bon.

UIT TIJDSCHRIFTEN.

HET VRIJE ERFRECHT. — III (Slot).

VIL

Hoewel de aanval, die tegen het Napoleontisch stelsel werd gericht, heeft verloren van zijn eerste kracht, is het stelsel er toch zeer wankelend door gebleven. Het verdedigt zich zwak. Het heeft opgehouden zich aan te dienen als een ideaal van rechtvaardigheid, als het hoogtepunt, dat bereikt kon worden door den vooruitgang bij de beschaafde naties. Geen enkele natie veinst meer het ons te benijden. Zij, die in den laatsten tijd hun erfopvolgingswetten herzien hebben, zijn er niet door geïnspireerd, en wij kunnen gemakkelijk treden in hun redenen van voorkeur voor minder strenge systemen. Onze code is bescheiden geworden en zij maakte zich niet meer haar voorrang, die langen tijd als ontegenzeggelijk werd voorgesteld, ten nutte. Ego nominor leo. Die trots is gevallen mét den triomphantelijken naam, waarmee hij verscheen. Op haar beurt verdedigt zich onze code, die zich oud voelt worden, door het fe>it dat ze bestaat; op haar beurt doet ze afstand van de vermetelheden van den vernieuwden geest.

Wij hebben voor de traditie te groote achting, dan dat wij haar geen grooten eerbied zouden toedragen, zelfs als wij meenen, dat zij op den verkeerden weg is geraakt. Het zou evenwel te veel zijn om van ons burgerlijk wetboek een heilige ark te maken, opgebouwd op de lessen der ondervinding, op den vooruitgang der zeden en op de wisselingen in de meening.

Wij willen niet een stelsel vervangen door een ander, noch iets aan iemand opleggen. Wij vragen alleen, dat men zal ophouden met ons te dwingen om binnen te treden in den molen van een willekeurige wetgeving, welke een groot aantal verstandige menschen veroordeelen als verkeerd en nadeelig.

Men handhave, zoo men wil, als wettig type van erving zonder testament, het tegenwoordig stelsel van gelijke verdeeling, maar men late aan den huisvader de bevoegdheid daarvan af te wijken door schenking of testamentaire beschikking, Dat blijve overeengekomen, dat ieder vader, die sterft zonder een testament na te laten, door dit gemis voldoende zijn wil heeft uitgedrukt, dat de regel van gelijkheid worde toegepast op zijn nalatenschap. Wie zou zich hebben te beklagen ? Zoolang de heerschende meening onbekend zal blijven met de ideeën van de oude code, zullen de testamenten zeldzaam zijn en niet of bijna niets zal veranderd worden aan de tegenwoordige orde van zaken, maar die orde van zaken zal hebben opgehouden zich óp te dringen, en daardoor alleen zal het mogelijk zijn er aan te ontkomen. Een groote hervorming zal vervuld zijn, die onmerkbaar maar onweerstaanbaar tevens uit het rijk der ideeën zal overgaan lot dat der feiten.

Zoo het den vader zal behagen, onder zijn kinderen een strikte gelijkheid te handhaven, zal die gelijkheid hem niet worden opgelegd door de wet; zij zal voortkomen uit een acte van zijn wil. De kinderen zullen de bevestiging in het bezit niet meer hebben door een erfelijke roeping, welke gehecht is aan hun persoon, maar zij zullen ze danken aan de milddadigheid van hun vader. Laat dit weldoend beginsel de zielen doortrekken en er langzamerhand, onder den drang der Fransche logica, de kiemen ontwikkelen, die daarin zijn vervat. Het is het herstel van werkelijk sociale hiërarchie; in het jonge geslacht wordt

herboren het gevoel van zijn afhankelijkheid van zijn ouderen ; er verschijnen hun plichten, die gaan boven hun rechten; men treedt niet meer in het leven als op een feest, waar men niets anders heeft te doen dan te gaan aanzitten aan het opgediende banket. Men moet er zijn plaats verdienen. Inspanning verhoogt de kracht der karakters ; dankbaarheid, eerbied, wederzijdsche welwillendheid, deugden van krachtige gezinnen, zullen de harten weer gezond maken en opheffen.

Vrees niet, dat de testamentaire vrijheid in de gezinnen een oorzaak van oneenigheid zal worden. Het is een zuivere vrijheid; zij maakt een band los, zij legt niets op. Zij brengt geen enkele invoeging. Daar ze aan geen enkel privilege verbonden is, en van niets anders afhangt dan van den weloverwogen wil van den vader, zal zij den vooruitgang der zeden en der denkbeelden volgen, zonder daarop vooruit te loopen.

Men kan zelfs voorzien, dat de vaders, door het verlangen om de overeenstemming tusschen hun kinderen te te verzekeren, van de hervorming gebruik zullen maken. Andere inzichten, andere doeleinden, zullen zonder twijfel in hun geest medewerken met dit hoofdmotief; maar men zou zich met hersenschimmen bang maken, als men zich ging verbeelden, dat het verlangen om de oude privileges van het eerstgéboorterecht te herstellen of de groote landgoederen van vroeger weer in te voeren, voor een aanmerkelijk deel plaats zou vragen in hun bedoelingen. Ja zelfs, daar men verzekert, dat het beginsel van gelijkheid in zake de verdeeling voor altijd den Franschen geest veroverd heeft, is er geen brutale ontneming van bezit te vreezen. Het zal zij aan zij met het beginsel van testamentaire vrijheid kunnen voortleven, op de wijze van met elkaar wedijverende meeningen in een vrij land; het zal alleen ophouden de uitsluitende meester van de plaats te zijn en, zoo het blijft, zal het slechts zijn door het verlof van den waren meester, den vader van het gezin.

Er zou reden zijn om zich erover te verwonderen, dat een zoo eenvoudige hervorming, welke geen enkel belang kwetst, die alle verkregen posities eerbiedigt, die voor de particuliere wilsbeschikkingen slechts in zooverre van belang is, dat ze de kunstmatig aangelegde kluisters daaromheen verbreekt, zulk een hevige oppositie ontmoet. Maar dat zou, in waarheid, een vreemd verschijnsel zijn, als men niet wist, dat de revolutie een godsdienst is, die zijn dogma's heeft, benevens zijn orthodoxie; een godsdienst, die heerschen wil over de zielen en die, zéér hard voor de dissidenten, met een jaloersche zorg waakt over de zuiverheid van zijn leer en reeds van zeer verre het gevaar van ketterij voorziet. Hij heeft voorgezeten bij de redactie onzer wetten; al onze politieke instellingen en administraties vloeien uit hem voort. Dank aan die sterke positie en aan het feit van haar lang bestaan, heeft hij een openbaren geest geschapen, die, hoe negatief dan ook, steeds voortgaat met hem te ondersteunen tegen het nationaal belang, dat zijn rechten terugeischt.

VIII.

De onverzoenlijke verdedigers van onze erfopvolgingswetgeving, zij, die het stelsel in zijne geheele onaantastbaarheid willen handhaven, vormen, naar 't schijnt, niet meer dan een minderheid; wij gelooven niet, dat het getal van hen, die tot heden voor de zaak der absolute vrijheid van testament gewonnen zijn, grooter is. Tusschen deze beide kampen zweeft de groote meerderheid van voorzichtigen en verstandigen, die niets anders wenschen dan een kalme hervorming en die voldaan zouden zijn, als ze, mét een minder strenge reglementeering der verdeelingen, zouden verkrijgen een uitbreiding of vergrooting van het beschikbaar bedrag.

Een wijziging van de burgerlijke wet is altijd een te groote zaak, zij werpt te veel practische moeilijkheden op