ze niet goed konden mikken of zich bijzonder inspanden , terwijl het volgende plompverlooren deze opvatting verbiedt. Zie verder Oudemans op Taalk. Wdb. bl. 86.

Niet verklaard is ook schigtigh in „dat wordt bij die van binnen schigtigh beantwoordt met een kryten en kermenetc.

Ook hier twijfel ik, of het gecursiveerde woord in den tegenwoordigen zin van vreesachtig moet worden opgevat. Eerder denk ik aan schielijk, onmiddellijk, welke beteekenis dit woord in de 17de eeuw meermalen had. Vgl. bijv. Rabelais II. 240: „alzoo het buskruyd door 't vuur zoo schichtig vervloogen was." Bl. 30 : „'t geschiedde zoo schigtich, dat ick geen tyd had daerop te letten."

Starter, bl. 113 :

Apollo dus gerust sprongh yligh op sijn waghen,

Waer op hy door de lucht so schichtig wierd gedragen,

Dat selfs de snelle wind hem naulijcks volgen kon.

Vondel, Gysbreght v. Aemstel, va. 535:

'k Verwachte u t'avont niet en luister naer de reden,

Dat gy dus schichtigh keert.

Vondel V, 475: Dit is met rijpen raat te langkzaem ingestelt, om nu zoo reuckeloos en schichtigh in te trecken.

„Bl. 97 aant. 4: deeghen is uit dag ontstaan." Slaan wij Franck op, dan lezen wij: „degen is evenals het latere mhd. degen uit de onder dag aangehaalde kelt. romaansche familie overgenomen." Dit wil evenwel niet zeggen, dat degen uit dag ontstaan is. Deze aanteekening dient dus gewijzigd te worden, of wat nog beter is, te verdwijnen.

Bl. 98 aant. 4). Ter bevestiging diene, dat Kiliaen overganck vertaalt door morbus epidemius, communis, universalia.

Bl. 99: Als de bloedtdorst meest haar zat had, d. i. als de bloeddorst verzadigd was. Zie het Uitlegk. Wdb., waar nog enkele bewijzen voor dit znw. worden geciteerd en vgl. het mnl. sade, zaansch zaad, in de bet verzadiging.

Bl. 99 reg. 12 weiken — weeken.

Bl. 100 aant. 2). 't Zelfste en hetzelfde zijn wisselvormen; vergeljjk vierde en achtste (oudt. ook achde).

Tegen deze verklaring heb ik eenig bezwaar, daar hier de verkeerde gevolgtrekking zou kunnen gemaakt worden, dat de uitgangen in het eerste paar woorden in oorsprong volkomen gelijk waren aan die van het tweede paar. En dit is niet zoo, daar men