sitieve bet. doen geboren worden, uitbroeden, jongen, baren. Zie

vooral Franck, Etym. Wdb. 477 en Verdam, Mnl. Wdb. Hl, 1445.

Het m de volgende strophe voorkomende draeyloom verdiende ook wel eenige toelichting, daar dit znw. tegenwoordig beteekent eene kraan, eene hijschmachine, doch in de middeleeuwen en in de 17e eeuw een slagboom, sluitboom (Mnl. Wdb. II, 372). Een paar bewijzen mogen volgen. In Hooft's Brieven (editie 1738), bl. 400 lees ik: 't Mogt koomen , dat, met dit weeder, de draaiboom by Amsterdam geslooten wierde: in welken gevalle ik meine dat de Heer Burgemeester Bicker, als Ambachtsheer van stadts wege, U. E. E. dien wel zal doen openen."

Ant. v. d. Goes, Gedichten II, 18 (anno 1685):

Britz Kartage, dat trouloozer als Algeer

Den draeiboom sluiten wou op 't vrijgevochten meir.

Alle de Gedichten v. H. Sweerts (anno 1697), bl. 292 •

Maar Hy (God) ontsloot den draayboom van een blyer uur.

Bl 204, reg. 11 kan toereed nog verklaard zijn door gereed maakte en bl. 205, reg. 6 hou haer verwe braef, door behoude haarkleur verbleeke niet, zij onbevreesd; bl. 211, reg. 11 recht door gelijk • bi. "13, reg. 5 verdooft door overtreft. Oorspronkelijk wil verdooven zeggen doof, dof maken (vgl. doove kolen), zooals in den Lucifer vs. 353 :

deze dubble star,

Die van beneden ryst, en zoekt den wegh naer boven,

Om met een aertschen glans den hemel te verdooven.

dus in glans te overtreffen, later algemeen overtreffen

Hooft, Ged. I, 193:

Ghij die met heerlijckheidt 1 erdooft Juppijn sijn Throon

bladz. 244:

Mijn toghtigh hart reedt toe om aen te vangen i et, dat verdoof all* andere gezangen.

Bl. 216. Dat Vondel de Romeinsche consuls hier ter wille van de vergelijking burgemeestren noemt, geloof ik niet. Het is toch bekend, dat in de 17e eeuw de Romeinsche consules altijd zoo genoemd werden. Hooft ging hierin voor, gedreven door zijn purisme (zie Vitlegk. Wdb.) en Vendel volgt hem, o. a. ook in de Leeuwendalers, voorredenaer, vs. 74:

Noord en Zuid, 20e Jaargang. jg