Ende al sijnse ghetrouwe onder hen beiden,

Deur Gods gracie, die 't al vermagh alleene,

En doet dat zwaer is , wezen licht en cleene;

Nochtans soo heeft si oorzaeck ongheblaemt Om vreesen dat eenighe diefghe onreene

Haer sou rooven den schat die haer betaemt.

Al schijnt de vorm nog wat onbeholpen, toch kan men het Sonnet wat zin en gedachte aangaat geen verdienste ontzeggen, evenmin als het vorige. En nu het door Dr. Kalff vermelde

S o n e t

wt een Epigram van Martialis beginnende: Vitam qui faciunt beatricem, etc.; an Abraham Orterlius.

Ziet hier (beminde Vrientl wat de menschen doet Een recht gheluckigh leven hebben op der aerden : t'Hebben eenen gheest gherust, onnoosel en vroet, leugdigh , ghesont lichaem, wel te paerde en te voet;

Nemmermeer processen hebben, noch twist aenvaerden;

Goet, ghesont huus en hof, ooc huusgesin van waerden;

Vier, ende vrienden sijns ghelycke hebben een paer;

Niet te seer versnot sijn op 't drinken, spel oft paerde;

Snachts sonder sorghen, en ooc in dag niet zwaer; t'Hebben een goede huusvrauwe en goe'kinders van haer ;

Niet te begheeren de doot, noch vreesen voor sterven;

Hier hebdij nu de conditiƫn allegaer,

Die de menschen maken hier gheluckigh voorwaer,

Maer God helpse die daeraf den meesten hoop derven.

Vergelijkt men dit gebrekkig Sonnet met het eerste, dan valt het zeer af en kan bezwaarlijk als voorbeeld van d' Heere's klinkdichten worden aangehaald. Het schijnt dat de dichter het Sonnet eenigszins in overeenstemming heeft willen brengen met de refereinen , die toen in de mode waren: een vergelijking daarmede stelt het buiten allen twijfel. *)

Thans laten wij een Sonnet van de Heere's beroemden leerling,

t) Ter vergelijking met het oorspronkelijke vermelden wij, dat het Epigram van Martialis te vinden is: Ed. Friedlander X, 47; de eerste regel luidt niet zoo als d'Heere hem geeft, maar: Vitam quae faciant beatiorem. Er zijn verschillende vertalingen van dit epigram. He hier volgende mede ter vergelijking vermeld, is van Sir Richard Fanshawe in het Engelsch. Zoo ze niet in alle opzichten getrouw kan heeten, ze is in