onrechte door Den Hertog ') afgekeurd. Daarentegen vind ook ik het misplaatst in een anderen zin van Potgieter: „Floor zag opgeruimde gezichten om hem henen", omdat „om hem henen" hier geen gedachte vertegenwoordigt, maar eenvoudig als plaatsbep. bij het werkwoord dienst doet.

Wat is de fout in de volgende zinnen ?

„Een feit is, dat Van Zuylen's Vriend Frits getuigde van minutieuse studie en ijver , waardoor hij bewees , dat hij eene zich gestelde taak wel weet te vervullen." (N. v. d. Dag).

de man , een wezen van vleesch en bloed en ziel en zinnen,

77 * '

in de plaats van eene naar willekeur zich gedroomde en geidealiseerde schim" (idem).

De verl. deelwoorden worden in een geleerde, een oud-gediende, een bediende enz. weliswaar in actieve beteekenis gebruikt, maar dit bepaalt zich tot enkele vaststaande uitdrukkingen: in het algemeen hebben zij passieve beteekenis. Een voltooide schilderij beteekent niet: een schilderij, die men voltooid heeft, maar: die voltooid is; wel onderwezen kinderen zijn niet: kinderen, die men wel onderwezen heeft, maar: die wel onderwezen zijn. Daar nu de wederk. werkwoorden alleen in actieven vorm gebruikt worden, kan men evenmin van een zich gestelde taak, een zich gedroomde schim spreken, als van een zich vergisten brievenbesteller , een zich onderworpen volk. In de aangehaalde zinnen moest dus staan: een taak, die hij zich gesteld heeft; een schim, die men zich naar willekeur gedroomd en geidealiseerd heeft.

Merkwaardig is ook de volgende zin uit het Nieuws v. d. Dag: „Onmiddellijk na ontvangst van het telegram, het overlijden van den generaal De Moulin behelzende, werden door de Regeering maatregelen genomen om den kolonel Stemfoort weer naar Atjeh te dirigeeren , terwijl het commando voor dien tijd door den overste Van Vliet op zich genomen werd " Op zich kan hier slechts beteekenen op het commando. Blijkbaar heeft den schrijver de gedachte in actieven vorm voor den geest gestaan. Had hij geschreven „terwijl Overste Van Vliet het commando voor dien tijd op zich nam," dan zou er niets aan te merken zijn.

i) Ned. Spraakk. Hl, 71. Op dezelfde bladz. wordt het gebruik van het reflexief „overbodig" genoemd in: „De middelen, door God aangewend om de menschen tot zich te brengen." Was de bekn. zin volledig, dan zou er staan: „opdat Hij de menschen tot zich brengt", en dus is zich hier goed.