Barend, als de sterfscene op het hofje, als de kamers van Van der Hoogen, als het salon en de zitkamer bij Bnn. Van Nagel, enz. enz. maar dit alles schijnt ons minder hoofdzakelijk in de harmonie van tegenstellingen, waardoor Hildebrand van zijn Keggen een meesterlijke typen-familie gemaakt heeft, die verdient in de algemeene litteratuur eene blijvende plaats te nemen naast het beste, wat we van de grootste meesters bezitten; als parels, naast de schitterendste van Dickens of Thackeray, aan het groote snoer der algemeen erkende meesterstukken te rijgen.

Brussel. Dh. Maurits Sabbe.

Het is kool,

het is de moeite niet waard, ook vervelend geklets , of aperij (vgl. koolverkoopen); ontleend aan Juvenalis 7, 154, waar wij lezen van leeraars , die hunnen scholieren tot weewordens toe altijd maar weder dezelfde les moeten opdisschen, lat. occidit miseros crambe repetita magistros = altijd maar weder opgewarmde kool doodt de arme schoolmeesters.

Praten over koetjes en kalfjes,

babbelen over alledaagsche , onbeduidende zaken. Ontleend aan Spr. Jezus Sirach XXXVIII : 25 , 6 , waar de Alexandrijnsche spreukschrijver laag valt op de nuttige kundigheden en werkzaamheden van den landbouw; hetgeen tot den geleerdheidstrots zijner dagen behoorde; daartegenover verheft hij de wijsheid der Schriftgeleerden boven alles; zie vs. 41.

Gulden Vlies.

Ino deed haar gemaal, Althanas, lichtzinnig gelooven, dat zijn zoon Phryxos de oorzaak was van een hongersnood, die in het land heerschte ; waarop hij beval, dat zijn zoon aan de vertoornde goden zou worden opgeofferd. Phryxos die dit bevel vernomen had, vluchtte over zee op een ram, dat een gouden vacht had. Toen hij te Colchis aankwam , offerde hij het ram aan Zeus en gaf het vlies aan koning Aetës, die het op een gewijden eik hing. Later werd het door Jason aan het hoofd der Argonauten op de Colchiërs veroverd.