gematigd en de scholasten hun sententiae ten zijnen behoeve hadden vervaardigd, terwijl in 't oog van den Katholiek te Trente evengoed de ware leer in 't Jicht was gesteld als te Nicea." Voor 't overige stonden zij tegenover de heiligheid der Schrift op hetzelfde standpunt. Daarna geeft de schrijver een toelichting tot de beide gedichten.

F. A. Stoett, Een en ander over den Warenar van P. C. Hooft en S. Coster, uitgegeven door P. Leendertz Jr. Hij verdedigt de stelling, dat Hooft alleen de auteur van den Warenar is en verbetert verschillende verklaringen , maar zwaait voor het overige aan de methode en de bibliographie, aan den ijver en de nauwkeurigheid van den uitgever grooten lof toe.

Kleine mee-delingen over boekwerken. Dr. W. Streitberg, Urgermanische grammatik, aanbevolen, door Prof. Uhlenbeck.

De Gids, Juni.

Aanteekeningen en Opmerkingen luidt de titel van een artikel van Prof. A. G. V a n H a m e 1. Schr. stelt zich ten doel enkele kantteekeningen te maken bij het opstel waarmee Van Deyssel zijne bespreking der vertaling van Akëdysséril beantwoordde. (Tweemaandelijksch Tijdschrift III. 5 blz. 361 vgg.). In ons vorig overzicht hebben wij enkele der aangehaalde vergissingen vermeld; nu blijkt dat Van Deyssel ze opzettelijk beging „omdat een niet letterlijke vertaling aan de bedoelingen van dat proza (het proza van de Villiers) zuivender te gemoet komt dan een geheel letterlijke zou vermogen." — Toch blijft Prof. Van Hamel zijn eenmaal uitgesproken oordeel handhaven. Hij doet dit op de volgende gronden : „De beteekenis te verwaarloozen of haar — zooals de Heer Van Deyssel, blijkens zijne toelichting gedaan heeft — opzettelijk te wijzigen ter wille van zuiver aesthetische eischen , acht ik bedenkeljjk. Den klank zijner taal zuiver te willen teruggeven houd ik voor een ilusie. Zijn Franschen zinbouw na te volgen, komt mij voor een dwaling te zijn."

De Letterkundige Kroniek bespreekt de Nederlandsche Bibliotheek onder redactie van Ida Heyermans en vooral het eerste werk dier reeks Levensernst door Anna de Savornin Lohman.

Niet onaardig is de greep, de voorrede van den uitgever te vergelijken met de „Toespraak tot de Nederlandsche Juffers", die Wol ff en Deken in 1783 voor den eersten druk van hare Sara Burgerhart plaatsten. Deze laatste is te bekend dan dat wij