Van alle drie gevallen zijn de voorbeelden voor het grijpen. De lezer vuile aan, en vergnnne ons nog een paar voorbeelden van elk der drie gevallen , A, B en C aan te voeren.

Hier heb ik een oud boek, waaruit drie bladen weg zijn : blz. 34 tot 39 ontbreken (C).

In een dagblad lees ik: de brand breidde zich weldra uit tot over de gracht (B).

Yan Yan 't Hoff's schrijfcursus, uit 12 nommers bestaande, gebruiken de leerlingen in de hoogste klassen No. 9—12 (C)-

Prins Maurits was stadhouder van 1585 tot 1625 (B).

De tachtigjarige oorlog duurde van 1568 tot 1648 (B).

De afstand van Eck-en-Wiel tot Ingen is een half uur (B) Nota bene, de dorpen grenzen aan elkander. Wie hier de beteekenis (A) wilde toepassen, zou komen tot het besluit: de afstand tusschen die dorpen = 0.

Daar werd een kind zichtbaar, of liever eenige lompen, die zich voortbewogen. Het hoofdtjen , en de beenen waren tot aan de dijen bloot (B).

H. J. Fchimmel, Twee Vrienden, Arnhem 1870, bl. 66, 2e kol.

Albert heeft reeds dikwerf aangedrongen op de afreize, maar papa en mama, en de eerste niet het. minst, deden het tot het aanstaand najaar uitstellen (B).

H. J. Schimmel, t. a. p. blz. 82, le kol.

In Dr. Jan ten Brink's Geschiedenis der Noord-Nederlandsche letteren in de XlXe eeuw komt aan het einde van het 3e deel als Bijlage III voor: Nalezingen , verbeteringen en aanvullingen. Zoo bevatten de bladzijden 488 tot 491 (in het midden) nalezingen enz. op de biographie van E J. Potgieter. (B).

Soms ook is men inconsequent, en bezigt men in éenen adem de gevallen A en C.

Zoo in een catalogus.

„De Taal- en Letterbode , onder redactie van Verwijs en Cosijn, Haarlem 1869—73, 1 tot 4e jaargang."

En in denzelfden catalogus.

„Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde, uitgegeven van wege de Mij. van Nederlandsche Letterkunde, te Leiden , le tot 8e Jaargang; Leiden 1881 —1889, 8 dln. (C en A).

Eindelijk kan tot — A, B of C dienst doen om te bewijzen wat niet te bewijzen is.