noegen van u weer te zien!) en: Hij is tot de jaren des onderscheids gekomen; alsmede in: „Zij vliên, tot waar de poort een weerbare engte biedt aan de ingeslonken schaar."

Twee gevallen achtereenvolgend van tot op ... toe — (C) en tot... toe — (C) zijn te vinden in A. L. G. Bosboom-Toussaint. Arnhem, Thieme 1870, 175, 2e kol.; en ld. t. a. p. 185, le kol.

Resten nog tal van afgetrokken begrippen, als: tot loon, tot vreugde, tot schade en schande, tot zegen, enz. enz., die zich uit de beteekenissen A, B of C ontwikkeld hebben. Die te behandelen ligt thans buiten ons bestek. J. C. G.

Zondagskind.

Zondagskind — gelukskind. Zondag, dag bij uitnemendheid , geluksdag. — Op een Zondag heeft de Maagd Maria de begroeting van den Apostel Gabriël ontvangen; — op ean Zondag is Jezus in Bethlehem geboren; op een Zondag zijn de kinderen van Jeruzalem hem met takken tegemoet gegaan, zeggende: „hozanna, in de hoogste hemelen, gezegend is hij die komt in den naam des Heeren"; — op een Zondag is Jezus op gestaan uit den dood; — op een Zondag is Maria ten hemel gevaren en op een Zondag zal de Verlosser komen om levenden en dooden te oordeelen

Het Evangelie van Maria's opneming.

M. K. de Jong.

Let spelen,

d. i. krijgertje spelen. De krijger d. i. de persoon, die de anderen moet vangen of krijgen , is dan de let; waarschijnlijk zoo geheeten, omdat hij zijne speelgenooten letten moet (beletten, vgl. wat let me ?) honk te bereiken.