De Gids, September.

Het nummer wordt geopend door een fragement van Daniël, een nagelaten, niet geheel voltooiden roman van Emile Seipgens, den bekenden auteur van Jean, 't Stumpke, De züpers van Bliënbèèk.

De eerste vier hoofdstukken van het eerste boek, „die een boeiende inleiding vormen tot het dramatisch verhaal" zijn opgenomen. *)

De Spectator.

4 September. De Berichten en Mededeelinyen bevatten eene aankondiging van Natuur-indrukken en -stemmingen , door D r. E d. B. Koster. Het uitgesproken oordeel is zeer gunstig: „al wie de natuur, ook in haar kleinste détails, lief heeft met het hart eens dichters en de oogen eens schilders zal — al ware het alleen uit vreugde in dezen auteur een geestverwant te vinden — bijna immer met welgevallen, soms met waar genot, zich deze verzen en dit proza voorlezen.

Naar aanleiding van het onlangs voor Ledeganck onthulde standbeeld het volgende: „Wij begrijpen volkomen dat dankbare Vlamingen den strijder „de la premiere heure" en den taai-Chauvinist K. L. Ledeganck een monument hebben opgericht, maar nn er een volksuitgave van al zijn gedichten is verschenen en we den bundel hebben gelezen en herlezen, ontsnapt ons toch een zucht van verlichting. Wat een jammerlijke rijmelarij! Het ergste is dat men maar rustig voortgaat in bloemlezingen en studieboeken dit werk als mooi aan te prijzen, en dat iemand als onze Nederlandsche hoogleeraar Ten Brink in zijn groote Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde nog met enthoesiasme praat over de Drie Zustersteden klinkt als eene uitdaging tot protest...

Men moet dezen bundel lezen om tot de juiste waardeering te komen van hetgeen de mannen van 1880 hebben gedaan voor onzen smaak en voor de echte kunst. Wezenlijk, de lektuur stemt tot groote erkentelijkheid jegens de hardhandige bezemvoerders, die er dan toch maar in zijn geslaagd ons publiek te doen gevoelen wat poëzie is en wat verzenmakerij. Niemand kan zulke verzen nu nog mooi vinden, aan geen mensch ontgaat de volstrekte leegte van

!) Het is waar: tous les genres sont bons hors le genre ennuyeux, maar de Gids geeft opvolgend novellen in straattaal, in provinciaal dialect, in liet Bargoensch en ... . haute nouveauté in het Octobern. een novelle in het Kollewijnsch. Dit is geen gids, die den weg wijst, dat is er een, die zich den weg laat wijzen en lang niet den besten volgt.