kunst, waarin de uitdrukking der bewuste volksverbondenheid een «activistisch» (19) accent erlangt. Het volksche is in deze dichtkunst niet slechts als karakter- (wezens-)openbaring maar ook als strekking aanwezig. Ik spreek van strekking (wat men ook richting mag heeten), echter niet van tend e n z omdat ik onder dit laatste wil verstaan : de caricatuur van de strekking. Zolang de mensch een strévend wezen is, zal elke kunst die hij voortbrengt, een strekking in zich hebben; Ook voor de zoogenaamde « kunst om de kunst » is dit geldig . De maatstaf tot het beoordeel en van de strekking, de richting van een kunstwerk, als menschen-werk, is ons gegeven in de vollediqe realiteit van het mensch-zijn. (Zoo houdt de strekking van de « kunst om de kunst » in : de absolute vrijheid of onqebondenheid van den kunstenaar in maatschappelijk en zedelijk opzicht, en die vrijheid is strijdig met de bedoelde rea 1teit.) Het woord «politiek», ter kenschetsing van de strekking in het soort van dichtkunst dat hier apart wordt belicht, moet worden begrepen niet in eenige begrensde, verminderde of verminkte, maar in zijn groote beteekenis, als : getuigend van den wil om den plicht van verantwoording en dienstbetoon waar het qaat om de gemeenschap (het volk) om haar gaafhe.d, haar qeluk, haar toekomst, algeheel te vervullen. Van de wijze waarop die wil zich uit in een lied, een tooneelstuk, een verhaal, hangt het af, of wij dat lied, dat tooneelstuk, dat verhaal zullen kunnen waardeeren als kunst, of wij ze als volwaardige dichterlijke scheppingen zullen kunnen aanmerken. Een volkspolitiek lied zal zulk een schepping zijn, wanneer het belijdend of strijdend-volksche er in tot ons wordt geacht met de eigen (zingende en beeldende) middelen der dichtkunst en ach ter die «middelen» zich voor ons opendoen: gloed en golving van het innerlijke vuur, dat is de wonderkracht, het glorieus beginsel aller waarachtige poëzie.

4.

Toetsen wij de producten der h e d e n d aagsche ^eder landsche letterkunde — of liever : der hedenJaa9ScheKJT" kunde in Nederland ! — aan de tot nogtoe gehouden beschou wingen, dan moeten wij erkennen : dat heel wat niet ge kend kan worden tot de Nederlandsche litteratuur in den

Eensdeels wordt het volksche bedreigd en uitgestooten (zooals wij hebben gezien) door het individualisme en het internationalisme Anderdeels wordt het neergehaald door hen, die er hun qenoeqen in vinden, de kleine, uiterlijke kanten van het volksleven tot « genrekunst » te verwerken of zoogenaamden humor

(19) « Activistisch » hier los te maken van zijn historische beteekenis.