(Boer of Brit) staat daar de Voortrekker en zijn leven voor God. Naakt, doorzichtig als kristal. Voorspraak en Aanklaer verdedigen of verwerpen ook niet met historische, maar met algemeen menschelijke motieven. Slechts wie zich één voelt en één is met de Voortrekkers, geheel één is en zijn lot met het hunne heeft ingegooid, die slechts kan weten, diep in zijn hart, de beteekenis van dit diepere recht.

Niet van Wijk Louw dus die een Voortrekker-gedicht schrijft, zooals er dit jaar andere ontstaan zijn (we hebben er gelezen van Totius en Wassenaar), maar een jonge dichter die honderd jaar na den grooten trek uit deze historische daden de eeuwigheidsles zoekt te lezen voor zijn volk. En deze les niet didactisch spelt, gaat uitleggen met hier verweer en daar lofprijzing, doch slijpt den gewonnen ruwen steen met inzicht tot een brilliant, schitterend door den tijd en voor de geslachten. Slechts wie den dichter naar zijne verbeelding begrijpt, zal weten welk een waarde het bezit van dezen steen brengt.

Van Wijk Louw heeft in dit kleine boekje een bevestiging gegeven — van zijn dichterschap niet alleen. Hij heeft ook de hoop gewekt dat Dietsch-Zuid-Afrika nog veel van hem verwachten mag. Moge het hem als dichter van groot formaat nog eenmaal gegeven zijn, de vrijheid van zijn volk te bezingen.

J. H. BROEKMAN

Sonder die lidmaatskap van 'n nasie kan die mens sy volle wese nooit verwesenlik nie. Eers in en deur die nasie word die mens werklik homself. Die nasie is die hoogste eenheid as deel of lid waarvan die mens alleen kan bestaan. Die nasie is die verhewenste, totaalste groep waarbinne die mens die aktiviteite kan ontvou wat hom opvoer tot volle mensheid.

N. J. DIEDERICHS.