KANTTEEKENINGEN

UITWIJKING EN VOLKSPLANTING

Een opstel van den heer G. D. Lutke Meyer in het Haagsch Maandblad van Februari 1939 geeft ons gelegenheid tot het uiten van enkele gedachten over de Dietsche uitwijking naar den vreemde. De schrijver vertelt onder den titel : « Biedt Frankrijk den Nederlandschen boer een kans ? » over de inlichtingen die hem over kolonisatiemogelijkheden in Frankrijk verschaft werden. Daartoe had hij gesprekken met een Franschen grondeigenaar, met Rijksnederlandsche boeren die zich reeds een bestaan hadden gesticht in Frankrijk, en met den heer Zevenster, Nederlandsch landbouwconsulent te Parijs.

Het resultaat is een raad aan ondernemende, vrij kapitaalkrachtige boeren, het maar eens te probeeren in Noord-Frankrijk, aangezien daar kansen aanwezig zijn om van de verlaten boerderijen na enkele jaren weer een bloeiend bedrijf te maken. Maar dan zou de regeering van Den Haag bij de Fransche regeering moeten bewerken dat de voorschriften betreffende het toelaten van buitenlandsche arbeidskrachten soepeler worden. Want de in Frankrijk wonende Rijksnederlandsche boeren zouden een grooter aantal Nederlandsche knechts moeten kunnen nemen om als treeplank voor toekomstige emigranten te dienen. Wij maken echter bezwaar tegen de argumenten die de heer Lutke Meyer daarbij gebruikt. Hij zegt namelijk: « Daarbij zouden alle partijen gediend zijn : de Fransche regeering omdat zij nieuw bloed en buitenlandsch kapitaal in het land haalt, de Nederlandsche omdat zij aldus meehelpt aan de toekomst 'van een thans verarmende groep volksgenooten, de Nederlandsche boer in Frankrijk omdat hij aldus ernstige vooruitstrevende krachten tot zijn beschikking krijgt, en ten slotte de Nederlandsche boerenzoons aan wie zóó een redelijke kans wordt geboden om een zelfstandig bestaan te beginnen. »

Wij moeten dit alles op een hooger plan zien. Het gaat niet alleen om materieele dingen. Dit artikel is maar een voorbeeld. Op gelijke wijze propageert men tegenwoordig in Rijks-Nederland uitwijking naar Canada, Australië en elders. Het doel, dat