hierbij voorzit, is het bevolkingsoverschot, dat door de wereldcrisis en de werkloosheid belangrijk gestegen is, naar elders te doen afvloeien. Om dezelfde reden moeten vele arbeiders in het

Duitsche Rijk gaan werken. _

Het is een feit, dat Nederland zéér dicht bevolkt is. Ue bevolkinq per vierkante km. bedroeg in 1930 voor Nederlan 232, voor Duitschland (in 1933) 140, voor Frankrijk 75, voor Italië 132, voor Grootbnttanie en NoordIerland 190. Er zijn verschillende wijzen om een overbevolking tegen te gaan : industrialisatie, binnenkolonisatie, uitbreiding van het grondgebied, emigratie naar eigen koloniën of naar andere

Een qroote industrie moet afzetgebieden hebben en dit levert uiteraard thans groote moeilijkheden op. Binnenkolonisatie word toeqepast. Het plan-Westhof voorziet nog intensievere ontginninq van woeste gronden. Het zou echter niet juist zijn alle natuurreservaten te doen verdwijnen. Bovendien is er een grens óók aan binnenkolonisatie, en als deze genaderd wordt, beginnen de moeilijkheden opnieuw. De droogmaking der Zuiderzee is inderdaad een prachtig groot werk, maar vormt toch qeen volledige oplossing van het vraagstuk.

De N. S. B. stelt nu voor, onze landbouwers naar Nieuw Guinea te zenden. Van andere zijde vindt men het klimaat daar ongunstig en betwijfelt zeer sterk de levens-mogelijkheden van blanke boeren op dit eiland. Ondertusschen laat de reqeerinq ondernemende volksgenooten vertrekken naar alle streken van den aardbol. Sterk wreekt zich de fout van de Hollandsche kooplieden der gouden eeuw. Zij stelden geen belang in volksplantingen, alleen in handelsondernemigen.

Van al de bezittingen der beide Compagnieën in Oost er' West heeft er maar één zich tot volksplanting ontwikkeld : Zuid-Atnka en dit niet omdat de O. I. Compagnie het zoo bedoeld had. Hiertegen slaan de Engelschen met hun Dominions een beter

Door1 de verspreide emigratie van nu verliezen wij vele van onze krachtigste menschen. Wanneer een gezin zich vestigt in landen als Canada, Brazilië, Australië, gaat het op den duur verloren voor ons volk indien er geen heel bizondere voorzorqsmaatregelen getroffen worden.

Een nationale regeling van de uitwijkingen stellen wij ons anders voor. Men zou groote groepen moeten uitzenden, die in qesloten gemeenschap bepaalde gebieden gaan bevolken, die óf onder eigen Dietsch bestuur staan óf in de nabijheid van Dietsch gebied liggen. Er zou gezorgd moeten worden vanwege den staat voor geregeld contact, voor de cultuurverbinding om vervreemding tegen te gaan. Het is niet zeldzaam, dat de opnemende landen alles in het werk stellen om de vreemden te