Aan het Communisme, waarmee wel eens geschermd werd om sommige politieke manoeuvres te rechtvaardigen, schijnt den pas afgesneden, en het R e x i s m e stierf den roemloozen dood van alle beginsellooze bewegingen, levend van den dag in den dag en terend op actualiteiten. Een W a a 1 s c h N a t i onale Partij blijkt overbodig, daar de bestaande partijen de nationale belangen van het Fransche volksdeel in België met hand en tand verdedigen.

Het persoonlijk succes van den heer Grammens, die eigenlijk niets méér is dan een consequent « flamingant », is bijna een iichtpunt. Aan dezen man dankt men het eenig initiatief, de eenige gebeurtenissen met een zekere nationaal-politieke draagwijdte, die na de verkiezingen van 1936 den Belgischen Staat beroerden. Hoe eentonig zouden de zaken hun gang hebben gegaan zonder hem, — en dat terwijl het V 1 a a m s c h Nationaal Verbond (V.N.V.) beschikt over een uitgebouwde organisatie, grijze brigades, redenaars, pers, mandaten. Het optreden van den heer Grammens had practisch meer resultaat, was uit propagandistisch oogpunt doeltreffender. Het beteekent als aanloop tot de daad méér dan goed geënsceneerde landdagen, sluwe parlementaire combinaties (zonder succes), concentraties en accoorden.

Overigens geven de verkiezingsuitslagen het rekenkundig bewijs van wat bij ons reeds lang een ernstig vermoeden was : de kiezers die omstreeks 1930 voor het eerst op de lijsten werden ingeschreven, waren voor een groot deel nationalistisch gezind, meegesleept door het dynamische der Frontpartïj : chaotisch maar bruisend van levenskracht, overmoedig maar trouw en tot alles in staat. Nu zijn de jonge kiezers onverschillig, het V.N.V. oefent op hen niet den romantischen invloed uit der Frontpartij, het A.V.N.J. bestaat grootendeels uit zonen van V.N.V.-ers.

Indien het V.N.V. zich werkelijk voorbereidde op een stouten greep, op een radicalen zet — en we hebben het recht, dit te eischen van een verbond dat mordicus wil worden aangezien als de eenige politieke Nederlandsch-nationale organisatie in den vijandigen staat — dan zou het onmiddellijk de behoefte voelen aan een ideologie, die wat anders inhoudt dat dorre beschouwingen over corporatisme, of... federalistischen onzin. Het V.N.V. zou dan medewerken om bij ons volk een écht nationaal gevoelsleven, een Dietsche atmosfeer te scheppen, waarin de groote Dietsche politieke beweging zich ten volle zou kunnen ontwikkelen, zooals reeds eenmaal dat volk zijn leven — althans voorloopig — redde, vervoerd door de historische visioenen van een Conscience en een Rodenbach, door de dreunende fanfares van een Benoit. Het getuigt van een ontstellend