wezen worstelt en den zin van zijn geschiedenis nog moet ontdekken.

Nu is het wel waar, dat geleerdheid, ontwikkeling en cultuur alléén het leven niet kunnen inblazen aan het uitgeputte Nederlandsche volk; ook politieke agitatie, oproepen vol scherpe tegenstellingen, zijn onmisbaar. Eens scheen de heer De Clercq zelf dit te beseffen: «Wij hebben de omwentelbare (sic) gisting onder het volk te brengen en wij willen kunnen rekenen op mannen die deze gisting kunnen dragen ». (St. Niklaas, September '37) Een jaar tevoren klonk het minder resoluut : « Wij willen bij de meest krachtdadige elementen die ons volk oplevert, een revolutionnairen geest aankweeken, en dit zal grootendeels en bést geschieden langs den weg van sterk reformistische daden en successen » (Kester, '36).

Die reformistische successen, waar zijn ze ? En waar is in het V. N. V. de revolutionnaire geest ? Dag aan dag worden de « meest krachtdadige elementen » vergiftigd door «Volk en Staat », waarin de foto's der Belgische koninklijke familie — propagandamateriaal, verspreid door een gespecialiseerden Belgischen dienst — burgerrecht hebben verkregen. Op 15 April '39 keurden de V.N.V.-parlementairen een dagorder goed, waarin woordelijk stond « dat een federale omvorming van den Belgischen staat met zelfregeering voor Vlaanderen en Wallonië onder de kroon van Leopold III thans de eenige duurzame grondslag is voor orde naar binnen en veiligheid naar buiten ». Eens sprak de heer Tollenaere (we meen en in '35) te Leuven over den strijd tusschen ouderen en jongeren in het V.N.V. en kondigde de dictatuur der jongeren aan. Dat er in het V.N.V. ten minste twee uiteenloopende strekkingen tegenover elkaar hebben gestaan, is juist, maar het zijn de ouderen die het gewonnen hebben en nu het eens uitgespuwde federalisme (dat kunnen we met een uitgebreide documentatie bewijzen) weer oprakelen. « Wij weten het: een deel der strijdbare Vlamingen, en niet altijd de slechtsten, zijn zoo met recht verbitterd om de Belgische dwingelandij... dat zij het terrein van het politiek leven verlaten... om zich op te sluiten in ivoren torens boven en buiten alles, in de Dietsche gedachte» (Nieuwjaarsboodschap '39, De Clercq). Deze diagnose is volkomen onjuist. Wij worden geenV.N.V.-ers omdat de V.N.V.leiding zich inspant om elke kiem van verdere evolutie, van breeder en stouter denken, van koener wagen te stikken, omdat ze in het Brusselsche koffiehuis haar revolutionnair temperament verliest (zoo ze dat ooit gehad heeft), omdat ze het niet eens met zichzelf en zeker niet